zilver

Nederlands

Periodiek systeem der elementen (nld)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Uitspraak
Woordafbreking
  • zil·ver
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Akkadisch, in de betekenis van ‘chemisch element’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
  • In het Latijn heet zilver argentum, waar zilver het symbool Ag aan dankt.
enkelvoud meervoud
naamwoord zilver -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zilver o

  1. (scheikunde), (element) scheikundig element met symbool Ag en atoomnummer 47. Het is een zilverkleurig overgangsmetaal
  2. (kleur) de kleur van zilver
    • Heeft u die ook in het zilver? 
  1. zilveren medaille voor de tweede plaats in een wedstrijd
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zilver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.