rose

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rose    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈroːzə/
Woordafbreking
  • ro·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Franse rose.
enkelvoud meervoud
naamwoord rose
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

rose o

  1. (kleur) een zeer bleekrode tertiaire kleur

Bijvoeglijk naamwoord

rose

    stellend
    onverbogen rose
    verbogen rose
    1. (kleur) de kleur rose hebbend
      • We hebben een rose flamingo gezien. 
    Synoniemen
    Afgeleide begrippen
    • donkerrose, oudrose
    Uitdrukkingen en gezegden
    • door een rose bril bekijken.
    zaken al te positief bezien.
    Vertalingen

    Gangbaarheid

    • Het woord 'rose' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

    Engels

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /roʊz/

    Bijvoeglijk naamwoord

    rose

    1. (kleur) roos
    enkelvoud meervoud
    rose roses

    Zelfstandig naamwoord

    rose

    1. roos
    2. (RAL-kleur) bleekrood, een kleur met RAL-nummer 3017

    Frans

    Uitspraak
    • Geluid:  rose    (hulp, bestand)
    • IPA: /ʀoːz/
      enkelvoud meervoud
      mannelijk  /
      vrouwelijk  
    rose roses

    Bijvoeglijk naamwoord

    rose

    1. (kleur) roze
    enkelvoud meervoud
    zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
      rose     le rose     roses     les roses  

    Zelfstandig naamwoord

    rose m

    1. (kleur) roze

    rose v

    1. (plantkunde) roos
    2. (bouwkunde) roosvenster, rozet, rozetvenster

    Friulisch

    Zelfstandig naamwoord

    rose

    1. bloem
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.