ren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ren    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /rɛn/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /rɛn/
Woordafbreking
  • ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kippenloop’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1540 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ren rennen
verkleinwoord rennetje rennetjes

Zelfstandig naamwoord

[A] ren v/m

  1. een kippenverblijf
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

[B] ren m

  1. (sport) (meestal in meevoud) een snelheidsproef op de weg of in het terrein
    • Een snelheidsproef in de lucht of het water noemt men nooit een ren of rennen. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
rennen

ren

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rennen
    • Ik ren. 
  2. gebiedende wijs van rennen
    • Ren! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rennen
    • Ren je? 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Catalaans

Zelfstandig naamwoord

ren m

  1. (dierkunde) rendier

Interlingua

Zelfstandig naamwoord

ren

  1. (dierkunde) rendier

Latijn

Zelfstandig naamwoord

ren m

  1. (anatomie) nier

Marshallees

Zelfstandig naamwoord

ren

  1. drank
  2. water
Synoniemen

Pools

Periodiek systeem der elementen (pol)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Fl Lv
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Uitspraak
  • IPA: /rɛn/

Zelfstandig naamwoord

ren m

  1. (dierkunde) rendier
  2. (scheikunde), (element) Re, renium
Verbuiging

Roemeens

Zelfstandig naamwoord

ren m

  1. (dierkunde) rendier

Turks

Zelfstandig naamwoord

ren

  1. (dierkunde) rendier

Vietnamees

Zelfstandig naamwoord

ren

  1. kant (vorm van vlechtwerk)

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  ren    (hulp, bestand)
Naar frequentie 1254
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ren     renen     renar     renarna  
genitief   rens     renens     renars     renarnas  

Zelfstandig naamwoord

ren, g

  1. (dierkunde) rendier
stellend vergrotend overtreffend
ren
renare
renast

Bijvoeglijk naamwoord

ren

  1. schoon
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.