aanbodkant
Nederlands
Woordafbreking
- aan·bod·kant
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanbod en kant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanbodkant | aanbodkanten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
aanbodkant m
- (economie) de verkopers van een product in een markt relatie
- Ons zorgstelsel is een markt met vragers (patiënten, naasten) en aanbieders (medische professionals, ziekenhuizen, verpleeghuizen). Een derde partij opereert zowel aan de vraag- als aan de aanbodkant, de zorgverzekeraars. Zij verkopen verzekeringen aan alle meerderjarigen en zijn tevens ‘makelaar’. [1]
Gangbaarheid
- Het woord aanbodkant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- NRC 12 mei 2015
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.