marine

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  marine    (hulp, bestand)
  • IPA: /maːˈrinə/
Woordafbreking
  • ma·ri·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘militair zeewezen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1650 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord marine marines
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

marine

  1. (militair) (scheepvaart) v een strijdmacht die voor oorlogvoering op zee kan worden ingezet, zeemacht
  2. (kleur) een bepaalde onkere kleur blauw
    • Heeft u die ook in het marine? 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

marine

  1. (kleur) de kleur marineblauw, donkerblauw hebbend
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord marine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Bijvoeglijk naamwoord

marine

  1. vrouwelijk enkelvoud van marin
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.