sneeuwwit
Nederlands
Woordafbreking
- sneeuw·wit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sneeuw en wit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwwit | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
sneeuwwit o
- (kleur) zo wit als sneeuw
- Heeft u die ook in het sneeuwwit?
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sneeuwwit | sneeuwwitter | sneeuwwitst |
verbogen | sneeuwwitte | sneeuwwittere | sneeuwwitste |
partitief | sneeuwwits | sneeuwwitters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
sneeuwwit
- Hij rijdt in een sneeuwwitte auto.
Vertalingen
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
Gangbaarheid
- Het woord sneeuwwit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sneeuwwit' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.