zeekant

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·kant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeekant zeekanten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zeekant m

  1. de zijde die naar de zee gericht is
    • Als oplossing voor het afvalwaterprobleem groef men aan de onderkant van de dijk een koker, die aan de zeekant met een scharnierend deksel werd afgesloten. 

Gangbaarheid

  • Het woord zeekant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.