graskant

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gras·kant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graskant graskanten
verkleinwoord graskantje graskantjes

Zelfstandig naamwoord

graskant m [1]

  1. met gras begroeide walkant langs een water
  2. kant van een grasveld (dat men bijv. met een graskantsnijder kan bijwerken)
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord graskant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.