aquamarijn
Nederlands
Woordafbreking
- aqua·ma·rijn
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘zeegroene edelsteen’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Van het Latijnse aqua marina, "zeewater" [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aquamarijn | aquamarijnen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
aquamarijn
- o (mineraal) een mineraal met een bleekgroene, geelgroene, bleekblauwe of blauwgroene kleur.
- m een edelsteen van het mineraal aquamarijn
- o (kleur) een lichtblauwe kleur, die van het mineraal
- Heeft u die ook in het aquamarijn?
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aquamarijn | aquamarijner | aquamarijnst |
verbogen | aquamarijne | aquamarijnere | aquamarijnste |
partitief | aquamarijns | aquamarijners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aquamarijn
- (kleur) de kleur aquamarijn hebbend
- Hij rijdt in een aquamarijne auto.
Vertalingen
1. een mineraal met een bleekgroene, geelgroene, bleekblauwe of blauwgroene kleur
|
Gangbaarheid
- Het woord aquamarijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aquamarijn' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.