aquamarijn

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aqua·ma·rijn
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘zeegroene edelsteen’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • Van het Latijnse aqua marina, "zeewater" [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord aquamarijn aquamarijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

aquamarijn

  1. o (mineraal) een mineraal met een bleekgroene, geelgroene, bleekblauwe of blauwgroene kleur.
  2. m een edelsteen van het mineraal aquamarijn
  3. o (kleur) een lichtblauwe kleur, die van het mineraal
    • Heeft u die ook in het aquamarijn? 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen aquamarijnaquamarijneraquamarijnst
verbogen aquamarijneaquamarijnereaquamarijnste
partitief aquamarijnsaquamarijners-

Bijvoeglijk naamwoord

aquamarijn

  1. (kleur) de kleur aquamarijn hebbend
    • Hij rijdt in een aquamarijne auto. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aquamarijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.