linnen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lin·nen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘weefsel van vlas’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
  • Afgeleid van linne met het achtervoegsel -en [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord linnen linnens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

linnen o

  1. (landbouw), (kleding) product afkomstig uit vlas
  2. (kleur) de kleur van linnen hebbend
    • Heeft u die ook in het linnen? 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen linnen

Bijvoeglijk naamwoord

linnen

  1. van linnen vervaardigd
    • Zij had een linnen jasje aan. 

Gangbaarheid

  • Het woord linnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.