waterkant
Nederlands
Woordafbreking
- wa·ter·kant
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en kant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterkant | waterkanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
waterkant m
- daar waar land ophoudt en een water, zoals beek, rivier, meer of kanaal begint
- We hebben heerlijk een middagje aan de waterkant gezeten.
Vertalingen
1. daar waar land ophoudt en een water, zoals beek, rivier, meer of kanaal begint
Gangbaarheid
- Het woord waterkant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'waterkant' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.