ex

Niet te verwarren met: ex-

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ex    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛks/
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • ex
enkelvoud meervoud
naamwoord ex exen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ex v/m

  1. voormalige echtgenoot of geliefde.
    • Mijn ex is gelukkig een goede vriendin van me gebleven. 
Verwante begrippen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als voorzetsel.

Voorzetsel

ex

  1. (juridisch) zoals volgt uit
    • Ex artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek heb ik recht op schadevergoeding. 

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

ex

  1. niet inbegrepen, zonder
    • De prijs is 15 euro ex verzendkosten. 

Gangbaarheid

  • Het woord ex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ɛks/
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

[A] ex m en v

  1. (spreektaal) ex-partner, ex
  1. «L’ex de mon ex, n’est pas tex ni mex.»
    De ex van mijn ex is geen Tex(aan) en ook geen Mex(icaan).[1]
  2. (spreektaal) oud-medewerker, voormalig personeelslid

[B] ex m

  1. (spreektaal) eindexamenklas met exacte vakken [1]

Bijvoeglijk naamwoord

ex

  1. (spreektaal) experimenteel
  1. «Gérard, il kiffe les sciences ex
    Gérard is dol op experimentele wetenschap. [1]

Verwijzingen

Latijn

Voorzetsel

ĕx + ablatief

  1. uit
  1. «Ex urbe.»
    Uit de stad.
  2. vanaf
Opmerkingen
  • Dit voorzetsel kan de volgende vormen aannemen: "ex" voor klinker of h; "e" voor alle medeklinkers behalve h.
Verwante begrippen
  • ex aequo, ex dividend, ex libris, ex tempore, ex voto
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.