ne

• Geluid:  ne    (hulp, bestand)

• ne

ne

1. (Zuid-Nederlands) het mannelijk onbepaald lidwoord wanneer het eropvolgende woord met een stemhebbende medeklinker begint

• de, den, het

• Het woord 'ne' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

ne

1. een, 'n; onbepaald lidwoord voor vrouwelijke naamwoorden

ne

1. zes

ne

1. nee
2. niet

• Geluid:  ne    (hulp, bestand)
• IPA: /nə/

• ne

ne

1. niet (meestal als deel van een combinatie met woorden als pas, plus, guère, jamais, point, personne, rien, aucun, nul die in het Nederlands vaak met één woord wordt vertaald)

• In literair of archaïsch Frans kan ne ook buiten zo'n combinatie als ontkenning voorkomen; in spreektaal wordt het als deel van de combinatie soms weggelaten.

• n' (voor een woord dat in de uitspraak met een klinker begint)

ne

1. niet

ne … ne …

1. noch … noch …, niet … en niet …

ne

1. 'n, een; een onbepaald lidwoord voor vrouwelijke naamwoorden

• n
• 'n
• un

• IPA: /nɛ/
• Geluid:  ne    (hulp, bestand)

• ne

ne

1. nee; duidt ontkenning aan, het tegengestelde van 'ja'

1. «Ne, to neudělám.»

   Nee, dat ga ik niet doen.

• (spreektaal) né

• nikoliv, nikoli

• ano, jo, no

ne

1. niet; ontkenning, tegenovergestelde van 'wel'

1. «Tak jdeme, ne?»

   Zullen we niet eens gaan?

• viď, viďte, že

• ne-

• ne že ne

ne

1. 'n, een; een onbepaald lidwoord voor vrouwelijke naamwoorden

ne

1. nee