es

Niet te verwarren met: ES, Es

Nederlands

Fraxinus excelsior
Uitspraak
  • Geluid:  es    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛs/
Woordafbreking
  • es
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘loofboom’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 860 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord es essen
verkleinwoord esje esjes

Zelfstandig naamwoord

[A] es m

  1. (plantkunde) Fraxinus excelsior een soort loofboom.
    • Het hout van de es is taai en stevig, maar niet erg geschikt voor de open lucht. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

[B] es o

  1. (muziekinstrument) metalen buisje van de fagot waarop het dubbelriet geplaatst wordt.
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

[C] es v/m

  1. (muziek) met een halve toon verlaagde toon "e"
    • De toon “es” klinkt in de getempereerde stemming gelijk aan de tonen “dis” en “fes”. 
  1. (muziek) de grondtoon (tonica) van de “es-mineurtoonladder”, tevens een korte aanduiding van die toonladder
    • Op de notenbalk van een etude in es, staan zes mollen als voortekens. 
  1. (muziek) de grondtoon van het “es-mineurakkoord”, de kleine drieklank op de eerste trap (tonica-akkoord) van de kleinetertstoonladder op die toon
    • De drie tonen van het es-mineurakkoord (symbool: E♭m) in grondligging, zijn: es - ges - bes. 
  1. (landbouw) verhoogde akker (eng, enk).
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord es staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Catalaans

Persoonlijk voornaamwoord

es m en v, enk en mv

  1. zich, zichzelf (lijdend en meewerkend voorwerp, vóór het werkwoord)


Duits

Uitspraak
  • Geluid:  es    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛs/
enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominatief ersieessie
genitief seinerihrerseinerihrer
datief ihmihrihmihnen
accusatief ihnsieessie
Woordafbreking
  • es

Persoonlijk voornaamwoord

es

  1. het (nominatief onzijdig enkelvoud van de derde persoon)
  2. het (accusatief onzijdig enkelvoud van de derde persoon)

Zelfstandig naamwoord

es o

  1. (muziek) de toon ”es”
  2. (muziek) es: korte aanduiding van de toonaard “es-mineur
  1. «Eine Sonate in es
    Een sonate in es kleine terts.
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • [2] es-Moll, es-Moll-Tonleiter
Verwante begrippen


Frans

Werkwoord

es

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van être


Indonesisch

Uitspraak
  • IPA: /ɜs/
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

es

  1. ijs
Afgeleide begrippen
  • es lilin
  • hoki es, lapangan es, lemari es
Verwante begrippen


Italiaans

Afkorting

es

  1. afkorting van esempio


Latijn

Werkwoord

vervoeging van
ĕsse

ĕs

  1. actief indicatief praesens, tweede persoon enkelvoud van ĕsse
  1. «Homōne malus es
    Ben jij een slecht mens?
  1. actief imperatief praesens, tweede persoon enkelvoud van ĕsse
  1. «Es patiēns!»
    Wees geduldig!

Werkwoord

vervoeging van
ēsse

ēs

  1. actief indicatief praesens, tweede persoon enkelvoud van ēsse


Lets

1e persoon
naamval

enkelvoud

meervoud
nominatiefesmēs
genitiefmanismūsu
datiefmanmums
accusatiefmanimūs
instrumentalismanimums
locatiefmanīmūsos

Persoonlijk voornaamwoord

es

  1. nominatief ik




Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /æs/ (Etsbergs)

Voegwoord

es

  1. als, wanneer
  2. gebruikt in vergelijkingen om verschil in egaliteit te weergeven
  1. «Det book is baeter es det drejbeildj d'r-z ven.»
    Het boek is beter dan de film ervan.
  2. gebruikt in vergelijkingen om egaliteit weergeven
  1. «Dae sjriever is es good es dae-n angere.»
    Die schrijver is zo goed als die andere.

Voorzetsel

enkelvoud meervoud
bepaald geheel es(se) es(ser)
gemut. - -
onbepaald geheel es es
gemut. - -

es

  1. als (in de hoedanigheid van)
  1. «Ich raoj öch dit aan es vröndj.»
    Ik raad u dit aan als vriend.
  1. «Weer koze dem aan es zètsmaeker.»
    Men koos hem als voorzitter.
Opmerkingen
  • Na het voorzetsel es kan nooit een onbepaald lidwoord ('n, 'ne, e, etc) volgen. Het is echter wel mogelijk dat er een bepaald lidwoord (g-, etc) kan volgen.


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • es

Lidwoord

es, o

  1. (tweeletterwoord) het
  1. «Es Wedder wechselt oft un geschwindt.»
    Het weer verandert vaak en snel.
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
Opmerkingen

Persoonlijk voornaamwoord

es, o

  1. het (nominatief onzijdig enkelvoud van de derde persoon)
Opmerkingen
Verwante begrippen
Tweeletterwoorden in het Pennsylvania-Duits

aaabasdoebeeeienesinisnoohunwuya


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
ser

es

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ser
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.