geen
Nederlands
Woordafbreking
- geen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘telwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
|
|
Lidwoord
geen
- ontkennend onbepaald lidwoord tegenovergestelde van één, niet een
- Dit is geen webstek met winstbejag.
- ontkennend onbepaald lidwoord tegenovergestelde van een onbepaald meervoud of onbepaalde hoeveelheid, niet
- Met deze schoenen kun je geen bergen beklimmen.
- Er zit geen suiker in de koffie
- ontkennend bepaald lidwoord: niet, niet de, niet het
- Hij zou geen paus worden.
- nog geen: nu niets maar later wel
- Ik heb nog geen huis gevonden in de stad waar ik nu werk, maar ik ben hard op zoek en zal er heus nog wel een vinden.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
|
Hoofdtelwoord
geen
- niet één, nul
- Eergisteren zaten er nog vier kuikens in het nest, gisteren één en vandaag geen.
Onbepaald voornaamwoord
geen
- Ik heb het alle deskundigen gevraagd, maar geen weet het antwoord.
Vertalingen
1. ontkennend onbepaald lidwoord: tegenovergestelde van één, niet een
Gangbaarheid
- Het woord geen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.