alvorens

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·vo·rens
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘onderschikkend voegwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1674 [1]
  • samenstelling van  al   en  vorens   [2]

Voegwoord

alvorens

  1. luidt een handeling in die in de tijd voorafgaat aan die van de hoofdzin
    • Alvorens hij te bed ging, dronk hij eerst nog een kop rooibosthee. 
    • Alvorens B te doen, deed hij eerste A. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord alvorens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.