Parijs

Parijs (Frans: Paris) is de hoofdstad en regeringszetel van Frankrijk. De stad wordt doorsneden door de rivier de Seine. Parijs zelf telde in 2014 ongeveer 2,22 miljoen inwoners, daarbij de banlieues (het geheel van de voorsteden en forensensteden) niet meegerekend. In 2014 woonden er in de hele agglomeratie meer dan 10 miljoen mensen.[1] Parijs ligt in de regio Île-de-France. De oppervlakte van alleen Parijs bedroeg 105,40 km²[2] in 2011.

Parijs
Paris
Stad in Frankrijk

(Details)

Situering
Regio Île-de-France
DepartementParijs (75)
Arrondissement20 arrondissementen
Coördinaten48° 52 NB, 2° 22 OL
Algemeen
Oppervlakte105,4 km²
Inwoners (1 jan. 2011)2.249.975
(21.347 inw./km²)
Hoogte28-130 m
BurgemeesterAnne Hidalgo, PS
Overig
Postcode75001-75020 en 75116
Netnummer01
INSEE-code75056
Websitewww.paris.fr
Detailkaart

Locatie in Regio Parijs
Portaal    Frankrijk
Parijs
Parijs: oevers van de Seine
Werelderfgoed cultuur
Land Frankrijk
UNESCO-regioEuropa en Noord-Amerika
Criteriai, ii, iv
Inschrijvingsverloop
UNESCO-volgnr.600
Inschrijving1991 (15e sessie)
UNESCO-werelderfgoedlijst
De Eiffeltoren, met op de achtergrond de wolkenkrabbers van zakendistrict La Défense

De eerste nederzettingen omstreeks het begin van de christelijke jaartelling lagen aan de oever van de Seine, maar het Île de la Cité werd ook al snel bebouwd. Parijs en banlieues hebben in hun groei vele ooit zelfstandige dorpen geäbsorbeerd. In Europa was Parijs al vroeg een centrum van cultuur. In de stad komen vele handelsroutes samen. Al in de 10e eeuw, toen de Notre Dame en een aantal abdijen werden gebouwd, was Parijs een van de belangrijkste steden van Frankrijk, en daarnaast een belangrijke plaats voor het christendom. Sinds de 13e eeuw nemen vooral onderwijs, kunst en recreatie er een centrale plaats in. Zo behoorde de (tegenwoordig opgesplitste) Universiteit van Parijs met die van Bologna en Oxford tot de belangrijkste onderwijsinstellingen in de middeleeuwen en is het nog immer een van de meest prestigieuze universiteiten ter wereld. Deze ontwikkeling is mede het gevolg van de eeuwenlang binnen de monarchie en later republiek Frankrijk gevoerde centralistische politiek, die grote betekenis aan de hoofdstad toekende. Sinds de jaren 1960 wordt het politieke beleid binnen Frankrijk gekenmerkt door decentralisatie en deconcentratie, waardoor er iets meer evenwicht binnen de landsgrenzen is ontstaan.

De stad is zeer internationaal georiënteerd dankzij een uitgebreide infrastructuur over land en door de lucht en trekt jaarlijks grote aantallen toeristen.

Etymologie

De naam Parijs is een verkorting van de Latijnse omschrijving Civitas Parisiorum, "Stad van de Parisii", een Gallische stam.[3] Deze naam is in de plaats gekomen van Lutetia. In de tijd van het Romeinse Rijk werden de Parisii eveneens in de buurt van East Riding of Yorkshire aangetroffen. Over de uiteindelijke herkomst van de naam van deze volksstam bestaat geen zekerheid. De naam van de Parisii zit eveneens in de plaatsnamen Villeparisis, Cormeilles-en-Parisis, Fontenay-en-Parisis en de hele streek Parisis. Een niet serieus bedoelde alternatieve verklaring die Rabelais geeft in zijn Gargantua is dat de naam Parijs een samentrekking zou zijn van par ris, wat "om te lachen" betekent.[4]

Bijnamen

Parijzenaars zelf duiden de stad weleens informeel aan met Paname. Bij velen staat de stad bekend als de lichtstad of de stad van de liefde.

Hoewel de officiële Franse benaming Parisiens/Parisiennes is, worden Parijzenaren door met name Zuid-Fransen informeel ook wel Parigots/Parigotes genoemd.

Geschiedenis

Prehistorie/Oudheid

Caldarium van de Romeinse termen van Cluny.
Gereconstrueerde plattegrond van het Parijs van 1223.
Het Île de la Cité in het 15e-eeuwse getijdenboek de Très Riches Heures du duc de Berry.

Naar alle waarschijnlijkheid was het gebied waar het huidige Parijs ligt al gedurende het hele Neolithicum bewoond. Er zijn sporen gevonden uit de Chasseen-periode (4000 - 3800 v.Chr.) van een bewoner op het gebied aan de rechteroever van de Seine (waar nu het 12e arrondissement ligt).[5] Ook zijn er resten teruggevonden van het zogeheten dorp van Bercy, dat zich ca. 400 jaar voor het begin van de christelijke jaartelling op de plek waar nu Parijs ligt moet hebben bevonden. Deze resten zijn tegenwoordig te bezichtigen in het Musée Carnavalet.

In 52 v.Chr. veroverde Julius Caesar − ondanks het verzet van Vercingetorix − het dorp van de Parisii, waaraan hij vervolgens de naam Lutetia Parisiorum gaf. De plaats was strategisch van belang omdat er handelsroutes langs deze plek voerden. Waar de Gallische nederzetting zich voorheen precies bevond is niet bekend. Het is mogelijk dat dit niet op de plaats van het eigenlijke Parijs was, maar rondom het huidige Nanterre.[6]

In de 1e eeuw is aan de linkeroever van de Seine volgens het schaakbordpatroon een nieuwe Romeinse stad gebouwd. Lutetia telde in die tijd vijf- à zesduizend inwoners. Het was daarmee niet meer dan een middelgrote Gallische stad, in tegenstelling tot sommige andere steden zoals Lugdunum (het huidige Lyon) die veel groter waren (in de 2e eeuw telde Lugdunum waarschijnlijk tussen de 50.000 en 80.000 inwoners).

Volgens de overlevering werd Lutetia in de 3e eeuw door Dionysius van Parijs omgedoopt tot een christelijke stad. Toen het Romeinse Rijk tegen het eind van de 4e eeuw in verval raakte, werd Lutetia overspoeld door de Grote Volksverhuizing, waarbij veel bewoners naar het versterkte île de la Cité vluchtten.

In de lente van 451 werd Parijs aangevallen door Attila de Hun. De Parisii en het meisje Genoveva of Geneviève, de latere patroonheilige van de stad, weerstonden de aanvallen van de Hunnen. Het beleg en de aanvallen van de Hunnen mislukten en zij dropen af naar Orléans.

Middeleeuwen

Koning Clovis I maakte in 506 van Lutetia de hoofdstad van het Frankische Rijk. Er werd in de 8e eeuw voor het eerst een kerk aan de andere kant van de Seine gebouwd, de Église Saint-Gervais-Saint-Protais. De eerste plunderingen door de Vikingen vonden in 845 plaats. Pas bijna een eeuw later, in 911, kwam met het Verdrag van Saint-Clair-sur-Epteaan deze plunderingen een eind.

Frankrijk werd vanaf 987 door leden van het huis Capet geregeerd, die aanvankelijk Orléans als verblijfplaats boven Parijs verkozen. Parijs werd in de loop van de 11e eeuw steeds meer het belangrijkste centrum van het Franse onderwijs en de koninklijke macht. Lodewijk VI was de eerste Franse koning die zich definitief in Parijs vestigde. Filips II bouwde later zijn bekend geworden omheining om de stad. In deze periode werd Parijs ook steeds meer een internationaal handelscentrum, dankzij de rechtstreekse verbinding met de jaarmarkt in het nabijgelegen Saint-Denis.

Paus Alexander III legde in 1163 de eerste steen van de Notre-Dame van Parijs.

De rechteroever van de Seine, die tot dan toe moerassig was, werd in de 13e eeuw drooggelegd. In deze tijd werd onder koning Lodewijk IX steeds meer handel met de Hanze gedreven en werden de eerste provoosten aangesteld, waardoor er dus een dubbel machtssysteem ontstond.

De bloeiende handel maakte Parijs steeds belangrijker. Het inwonertal was in de loop van de 14e eeuw tot 200.000 gegroeid, waardoor Parijs groter dan Londen was geworden.[7] Een hevige pestuitbraak in 1328 deed de bevolking echter weer een tijdlang afnemen.

Koning Karel V voegde bij het ommuren van Parijs het huidige 3e en 4e arrondissement aan de stad toe. De omheining strekte zich uit van Pont Royal tot aan Porte Saint-Denis.

Toen de koning tijdens Honderdjarige Oorlog gevangen zat in Engeland maakte provoost Étienne Marcel van de ontevredenheid onder het volk gebruik om zelf meer macht te krijgen, door middel van zijn Grote Verordening van 1357 en de door hem uitgelokte opstand van 22 februari 1358. Prins-regent Karel verbleef niet in het centrum van de stad, maar in het later verwoeste Hôtel Saint-Pol en het Hôtel des Tournelles. Als reactie op de executie van Lodewijk I brak in 1407 de burgeroorlog tussen de Armagnacs en Bourguignons uit. Deze strijd zou tot 1420 duren.

Parijs werd vanaf 1420 door de Engelsen bezet. Het lukte Jeanne d'Arc in 1429 niet Parijs van de Engelsen te bevrijden. Karel VII en zijn zoon Lodewijk XI verbleven niet veel meer in Parijs omdat het een gevaarlijke stad was geworden. Daarvoor in de plaats kozen ze het Loiredal als voornaamste verblijfplaats. Het einde van de bezetting leidde opnieuw tot veel bouwactiviteit, waaronder de Pont Neuf en de Jardin du Luxembourg. De bevolking van Parijs nam tussen 1422 en 1500 toe van 100.000 naar 150.000.

Renaissance en Verlichting

Parijs in 1618
De bestorming van de Bastille

Koning Frans I vestigde zich in 1528 in Parijs en bepaalde dat er voortaan moest worden onderwezen in de exacte wetenschappen en het humanisme. Hij richtte hiervoor in 1530 het Collège de France op. In dezelfde tijd steeg het aantal inwoners van Parijs naar 280.000, waarmee Parijs de grootste christelijke stad ter wereld bleef.

De Bartholomeusnacht vond op 24 augustus 1572 onder koning Karel IX plaats. Tijdens de Dag van de Barricaden van 1588 kwam de Katholieke Liga tegen Hendrik III in opstand, die vluchtte maar werd vermoord.[8] Hendrik IV werd in 1594, nadat hij zich had bekeerd, de nieuwe koning .

Een nieuwe Dag van de Barricaden, in 1648, luidde het begin van de Fronde in, een periode die werd gekenmerkt door een economische crisis en wantrouwen jegens de koning.[9]

Lodewijk XIV koos in 1677 Versailles als residentie. Vijf jaar later werd ook de Franse regering hier gevestigd, en nam Jean-Baptiste Colbert het bestuur over Parijs op zich. Tijdens zijn regeerperiode heeft Lodewijk XIV Parijs slechts 24 keer bezocht, wat zijn vijandigheid jegens de Parijse bevolking tekent.[10] Ondanks een sterftecijfer dat hoger was dan het geboortecijfer groeide de Parijse bevolking grootschalige immigratie vanaf het platteland in deze tijd toch tot 400.000.

Tijdens de Verlichting was Parijs een geliefde plaats voor salons. De bekendste salon uit die tijd was van Marie-Thérèse Rodet Geoffrin. Er was in dezelfde periode sprake van een sterke economische en demografische groei, waardoor Parijs aan de vooravond van de Franse Revolutie reeds 640.000 inwoners had.[11]

Regent Filips van Orléans ruilde in 1715 Versailles voor het Palais-Royal in. De jonge Lodewijk XV vestigde zich aanvankelijk in het Tuilerieënpaleis, om later alsnog terug te keren naar het kasteel van Versailles.[12] In die tijd vormde de Jardin du Luxembourg de oostelijke begrenzing van de stad. Louis XV besloot in 1749 de huidige Place de la Concorde in te richten, en in 1752 richtte hij een militaire opleiding op.[13] Hij besloot in 1754 ook tot de bouw van een kerk, die later bekend is geworden als het Panthéon.[14]

De bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 tekende het begin van de Franse Revolutie.

Moderne Tijd

Urinoir in Parijs omstreeks 1865 (Avenue du Maine).
De omgehaalde Colonne Vendôme tijdens de Commune van Parijs.
De Duitse bezetting van Parijs tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Tijdens de heerschappij van Napoleon III werd Parijs grondig verbouwd door Georges-Eugène Haussmann. In Parijs woonden veel mijnwerkers in kleine huizen. Wijk voor wijk werd afgebroken, waarna Parijs met brede boulevards, avenues en grote pleinen opnieuw werd opgebouwd. Dat maakte het ook gemakkelijker de bevolking van Parijs onder controle te houden. De bekendste van die nieuwe avenues is de Avenue des Champs-Élysées. De huizen in Parijs hebben allemaal een lichte kleur, omdat ze met kalksteen zijn gebouwd. In de buurt van Parijs waren veel kalksteengroeven.

Een van de zwartste dagen in de geschiedenis van Parijs was 28 mei 1871, toen 20.000 Parijzenaren het leven lieten tijdens een opstand die als de Commune van Parijs de geschiedenis is ingegaan.

Tijdens de Derde Republiek brak een bloeiperiode aan die bekend is komen te staan als de belle époque. Aan deze periode kwam met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een eind. Parijs werd tijdens deze oorlog niet bezet, maar de maatschappij raakte ontwricht en gedurende het interbellum waren de tegenstellingen tussen de maatschappelijke klassen heel scherp geworden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Parijs in juni 1940 door de Duitsers ingenomen. In 1944 beval Adolf Hitler zijn generaal Dietrich von Choltitz de stad te vernietigen, maar aan dit bevel werd nooit gevolg gegeven. Op 25 augustus 1944 werd Parijs bevrijd.

Tijdens de Vijfde Republiek veerde Parijs weer op, zo werd in 1958 het Établissement public pour l'aménagement de La Défense (EPAD) opgericht, dat de ontwikkeling, iets buiten Parijs, van de zakenwijk La Défense zou coördineren. In 1963 werd begonnen met de aanleg van de rondweg van Parijs, de Boulevard Périphérique.

Onder burgemeester Jacques Chirac (1977-1995) en zijn opvolger Jean Tibéri (1995-2001) slopen er corrupte praktijken in het gemeentebestuur van Parijs. De overwegend conservatieve bevolking van Parijs kreeg daarvan zo genoeg dat zij in 2001 een socialist, Bertrand Delanoë, tot burgemeester verkoos, en dat ondanks het feit dat hij er openlijk voor uitkwam homoseksueel te zijn.

Op 27 oktober 2005 braken er ernstige onlusten in de Parijse banlieue uit, waar kansarme jongeren massale vernielingen aanrichtten en slaags raakten met de oproerpolitie. De rellen hielden meer dan twee weken aan.

In januari 2015 pleegden twee moslimextremisten een aanslag op Charlie Hebdo. In november van datzelfde jaar werden zes gecoördineerde terreuraanslagen gepleegd, in naam van Islamitische Staat.

Op 15 april 2019 brak er een grote brand uit in de kathedraal Notre-Dame, die de kerk zwaar beschadigde.

Geografie

Topografie

Parijs ligt in het noorden van Frankrijk, in de regio Île-de-France en aan de rivier de Seine. Het echte historische centrum is gebouwd op twee eilanden, het Île Saint-Louis en het grotere Île de la Cité wat het oudste gedeelte van de stad is. Over het algemeen is Parijs relatief vlak, met het laagste punt op 35 meter boven de zeespiegel. Parijs ligt aan weerskanten van de rivier wel op een aantal heuvels: aan de rechter oever de Montmartre (130 meter),[15] de Belleville (128,5 meter) die uitkomt op de rue du Télégraphe, de Ménilmontant (108 meter), de Buttes-Chaumont (103 meter), de Passy (71 meter) en de Chaillot (67 meter). Aan de linkeroever bevinden zich de heuvels van Montsouris (78 meter) Montparnasse (66 meter), Butte-aux-Cailles (63 meter) en Montagne Sainte-Geneviève (61 meter).

In 1844 werd de eigenlijke stad Parijs door de stadswal van Thiers van de voorsteden afgescheiden. Door de annexatie van alle omringende gebieden tussen de historische kern en de stadswal van Thiers in 1860 heeft Parijs zijn huidige omvang gekregen, en vanaf toen omvatte het de huidige twintig arrondissementen. In de jaren 1920 werd de stad nogmaals fors uitgebreid met 8,9 km². In 1929 werden de parken Bois de Boulogne en Bois de Vincennes officieel aan Parijs toegevoegd, waardoor het huidige gebied een oppervlakte bestrijkt van 105,39 km². Zonder deze twee parken bedraagt het totale oppervlak van Parijs 86,928 km². Sinds 1973 wordt de stad van de voorsteden gescheiden door een 35 km lange ringweg, de Boulevard Périphérique, die het historische centrum van Parijs via de Portes de Paris met de voorsteden verbindt.

Hydrografie

Canal Saint-Martin

De Seine stroomt aan de zuidoostelijke kant van Parijs de stad binnen en stroomt de stad aan de zuidwestelijke kant weer uit. Over de Seine verbinden meer dan dertig bruggen het ene stadsdeel met het andere. Door Parijs stroomt verder nog de Bièvre en het in 1825 ingewijde Canal Saint-Martin, dat gedeeltelijk onder de rue du Faubourg-du-Temple door stroomt en het einddeel vormt van de 108 km lange Canal de l'Ourcq. Dit kanaal stroomt onder het Place de la Bastille door voordat het iets stroomopwaarts van het Île Saint-Louis in de Seine uitmondt. Vanuit het bekken van Villette loopt het 4,5 kilometer lange Canal Saint-Denis, dat in 1821 is geopend en eindigt in Saint-Denis.[16]

Geologische geschiedenis

Het Bekken van Parijs bestaat uit een groot aantal sedimentlagen. De oudste lagen zijn in het Quartier d'Auteuil[17] gevonden en zijn 250 miljoen jaar oud.[18] Ze bestaan uit zand en klei. De iets jongere lagen dateren uit het Lutetien en bestaan uit gips en kalksteen.[19]

Het Bekken van Parijs heeft zich ongeveer 41 miljoen jaar geleden als een binnenzee gevormd, die door de Vogezen, het Centraal Massief en het Armoricaans Massief werd omgeven. Met de vorming van de Alpen heeft het bekken zich grotendeels gesloten. Het bleef open in de richting van het Kanaal en de Atlantische Oceaan, waardoor de rivierbassins voor de Loire en de Seine werden gevormd. Het Bekken van Parijs was aan het einde van het Oligoceen was continentaal.[20] In de catacomben van Parijs wordt behalve kalksteen en gips ook veel Franse zandsteen, calcaire lutétien, aangetroffen.[19]

De kalksteen is tot en met de 14e eeuw voor gebouwen gebruikt, van de Place d'Italie tot aan de Rue de Vaugirard. Kalksteen wordt tegenwoordig in andere delen van Frankrijk gewonnen, bijvoorbeeld in de omgeving van Saint-Maximin. Gips wordt nog steeds in Montmartre en Bagneux gewonnen.

Het Bekken van Parijs is een van de eerste gebieden ter wereld waarvan een geologische kaart is gemaakt. Op basis hiervan heeft Georges Cuvier veel van zijn ideeën op het gebied van paleontologie en de vergelijkende anatomie ontwikkeld. Paul Lemoine toonde in 1911 aan dat het Bekken van Parijs uit concentrisch gevormde uithollingen bestaat.[21][22]

De verstedelijking van Parijs heeft ook een grote invloed gehad op de grondwaterhydrologie van de stad. Bièvre moest in de 19e eeuw uit oogpunt van hygiëne worden overkluisd.

In de bodem onder Parijs zijn grote grondwaterreservoirs aanwezig. Deze worden met behulp van Artesische bronnen geëxploiteerd.

Klimaat

Parijs heeft een zeeklimaat met kleine thermische amplitude (geen extreem hoge of lage temperaturen). De stad kent - in vergelijking met de rest van Frankrijk - vrij koele zomers met een gemiddelde temperatuur van 18 °C. De winters zijn tamelijk zacht met weinig sneeuw en een gemiddelde temperatuur tussen de 3 °C en 8 °C. De lente en herfst in Parijs verlopen meestal mild. De gemiddelde jaarlijkse neerslag is 650 mm met lichte regenval verdeeld over het jaar. De hoogste temperatuur ooit in Parijs was 40,4 °C op 28 juli 1948 en de laagste was −23,9 °C op 10 december 1879.[23]

Weergemiddelden voor Parijs, Frankrijk
Maand jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Jaar
Gemiddeld maximum (°C) 6,9 8,2 11,8 14,7 19,0 21,8 24,4 24,6 20,8 15,8 10,4 7,8 15,5
Gemiddeld minimum (°C) 2,5 2,8 5,1 6,8 10,5 13,3 15,5 15,4 12,5 9,2 5,3 3,6 8,5
Neerslag (mm) 53,7 43,7 48,5 53,0 65,0 54,6 63,1 43,0 54,7 59,7 51,9 58,7 649,6
Bron: Météo-France[24]
Panorama over de Seine met links de Pont Saint-Michel en rechts de Notre-Dame

Demografie

De eigenlijke gemeente Parijs en tevens departement telt zo'n 2.257.981 inwoners op 10.525 hectare, wat neerkomt op een 20.400 inwoners per km². De regio Île-de-France telt 12 miljoen inwoners.

Parijs staat bekend om zijn multiculturele samenleving. Al sinds de middeleeuwen trekken immigranten richting Parijs, van de Nederlandse en Zweedse studenten die naar de studentenwijk quartier Latin trokken in de 14e eeuw tot de huidige Afrikanen en Oost-Aziaten in de Goutte d'Or.

De grootste groepen van buitenlandse komaf die in Parijs wonen komen uit de volgende landen:

Voorsteden

Satellietfoto van de agglomeratie van Parijs. Hierop is duidelijk te zien is dat de verstedelijking zich heeft uitgebreid langs de dalen en de wegen langs de rivieroever.

Tussen 1870 en 1940 kreeg Parijs een nieuw aangezicht. Onder Napoleon III was de stad al aangepast aan de demografische ontwikkelingen, maar tot 1860 was ze niet uitgebouwd voorbij de enceinte de Thiers. Als gevolg van de zogeheten rurale exodus in combinatie met de economische groei was Parijs echter overbevolkt geraakt. In deze tijd ontstond ook het begrip banlieue en werd er vaker van de région parisienne gesproken dan van de stad Parijs. De problemen die te maken hadden met infrastructuur werden pas opgelost in 1961, toen Paul Delouvrier op verzoek van Charles de Gaulle met de bouw van vijf geplande steden en het Réseau express régional begon. Deze uitbreiding ging echter tevens gepaard met een verdere spreiding van de bestuurlijke macht.

Terwijl de totale bevolking van Parijs lange tijd min of meer stabiel is gebleven, is het aantal mensen dat in de banlieues woont sinds het einde van de 19e eeuw sterk gestegen. Aan het begin van de 21e eeuw woonde bijna 80% van de totale Parijse bevolking in de banlieues.

Demografische ontwikkeling sinds 1962

Aantal inwoners

Index
19621968197519821990199920082015
Parijs100,092,982,478,077,176,279,379,1
Frankrijk*100,0107,1113,3117,0121,9126,0133,8138,5
Inwoners / km²
19621968197519821990199920082015
Parijs26.471,524.580,421.820,020.647,520.421,520.163,620.980,020.934,4
Frankrijk*84,290,195,498,5102,7106,1112,7116,5

Frankrijk* = exclusief overzeese gebieden

Bron: Recensement Populaire INSEE - 1962 tot 1999 population sans doubles comptes, nadien Population Municipale

Bestuur

Parijs is het 75e departement van Frankrijk. Het gebied van het departement valt samen met dat van de gemeente Parijs.

Parijs is onderverdeeld in twintig stedelijke arrondissementen. Ieder arrondissement kiest zijn eigen arrondissementsraad. In totaal zijn er 517 arrondissementsraadsleden; uit hun midden worden de 163 leden van de raad van Parijs (conseil de Paris) gekozen. De leden van de raad van Parijs kiezen de burgemeester van Parijs. Sinds april 2014 is Anne Hidalgo burgemeester van Parijs, als eerste vrouw in de geschiedenis. Bekende oud-burgemeesters zijn Jean Tiberi (1995-2001) en Jacques Chirac (1977-1995).

De raad van Parijs is tegelijkertijd gemeenteraad en departementsraad; de bevoegdheden van beide lichamen worden in één raad gecombineerd.

Formeel is Parijs onderverdeeld in 20 kantons waarvan de grenzen gelijk lopen met die van de gemeentelijke arrondissementen wat zich uit in het feit dat de arrondissementen van Parijs fungeren als kieskring voor de departementsraad (een kantonfunctie). Dit is gedaan omdat bij een departementaal arrondissement een gemeente in haar geheel onderdeel moet zijn en geen stukken zoals dat bij kantons wel mogelijk is. Vanwege de naamsverwarring (er bestaan in Frankrijk twee types arrondissementen) en de bestuurlijke gelijkstelling van het departement en de gemeente Parijs wordt foutief gedacht dat de arrondissementen van Parijs departementale arrondissementen zijn. In werkelijkheid zijn dit gemeentelijke arrondissementen zoals die ook in Marseille en Lyon bestaan.

De arrondissementen zijn weer onderverdeeld in quartiers, kwartieren. Parijs telt aldus 80 quartiers.

Politietaken in de stad worden uitgevoerd door de politieprefectuur.

Stadsbeeld

Architectuur

Vergelijking van enkele hoge punten in Parijs

Het hoogste gebouw is de Eiffeltoren met een hoogte van 325 meter. Niettemin is er, in vergelijking met bijvoorbeeld New York, betrekkelijk weinig hoogbouw.

Een aantal wolkenkrabbers is te vinden rond de stations Austerlitz, Lyon en Bercy (waaronder de Site François Mitterrand van de Bibliothèque nationale de France). Er zijn in Parijs niet veel wolkenkrabbers hoger dan 100 meter. Een aantal hiervan staat rondom het station Montparnasse in de gelijknamige wijk. Het hotel Pullman Paris Montparnasse, tot 2011 Hôtel Méridien Montparnasse geheten, is 120 meter hoog. Met 210 meter is de Tour Montparnasse de hoogste wolkenkrabber in Parijs. Na de nogal controversiële bouw hiervan werd de bouw van meer wolkenkrabbers in de stad verboden.

De meeste wolkenkrabbers van de agglomeratie staan buiten de péripherique, in het bijzonder in het zakendistrict La Défense, het grootste zakencentrum van Europa. Veel van de wolkenkrabbers in La Défense zijn tussen de 100 en 200 meter hoog, zoals de Tour Total van 190 meter. Een uitschieter is de Tour First, die met 231 meter de hoogste wolkenkrabber van Frankrijk is.

Een panorama van de kantorenwijk La Défense

Bruggen

Er zijn veel bruggen in Parijs. Negen hiervan verbinden de Seine met het Île de la Cité, waar de stad is ontstaan.

Enkele bekende bruggen in Parijs zijn:

Pleinen

Tuinen en parken

Cultuur

Moulin Rouge

Bezienswaardigheden

Louvre met op de voorgrond de piramide

Er zijn vele toeristische bezienswaardigheden in Parijs.

De belangrijkste monumenten en gebouwen zijn:

In Parijs bevinden zich verschillende kerken en kathedralen:

Uitgaansleven

De Moulin Rouge en Le Lido zijn beroemde nachtclubs in Parijs, waar veel shows plaatsvinden. Verder zijn er veel elitenachtclubs waar er een streng deurbeleid geldt, en waar zeer hoge prijzen gevraagd worden. Bij de meeste clubs moet er entree betaald worden. Het populaire uitgaansleven van de Parijse jongeren concentreert zich in de straten ten oosten en noordoosten van Place de la Bastille.

Popfestivals

Theater

Opéra Garnier

Parijs telt een aantal bekende en minder bekende theaters:

Eten en drinken

Café de Flore in het 11e arrondissement

In totaal zijn er circa 8.000 restaurants, uiteenlopend van tien driesterrenrestaurants tot vele bistro's en cafés waar men een menu kan bestellen. Vrijwel alle keukens van de wereld zijn in Parijs vertegenwoordigd. Er zijn vele horecagelegenheden met terras.

Winkelen

Galeries Lafayette
Rue de Rivoli

Parijs is bekend vanwege de winkelmogelijkheden op het gebied van de mode, van eenvoudig tot haute couture, en parfums. De meeste winkels gaan om 09.00 uur open en sluiten om 19.00 uur. Op zondag is alles gesloten, afgezien van markten en kleine kruideniers, en winkels die in de buurt van toeristische trekpleisters liggen. Tevens zijn in het 4e arrondissement de winkels in de wijken Le Marais en Île Saint-Louis geopend.

Het grote aantal winkels in Parijs, vooral in het centrum, bestaat uit:

  • warenhuizen. De bekendste hiervan zijn Galeries Lafayette, Le Bon Marché, en Printemps. Marks & Spencer keerde na een sluiting van een aantal jaren in 2011 terug, maar eind 2016 werd sluiting van een deel van de vestigingen aangekondigd.
  • winkelcentra, zoals Les Halles;
  • winkelstraten: place Vendôme en Rue du Faubourg Saint-Honoré voor de luxe merken tot de Champs-Élysées en Rue de Rivoli. Tevens heeft elk arrondissement een aantal eigen winkelstraten waar vooral de meer dagelijkse benodigdheden gekocht kunnen worden;
  • vele soorten winkels en boetieks voor onder meer kleding, schoenen, accessoires, boeken, muziek, parfums, delicatessen, huishouden, woninginrichting, kinderen, antiek, papier- en tekenmateriaal;
  • markten: er zijn ongeveer 70 markten in Parijs, die op verschillende dagen geopend zijn. De markt op Rue Mouffetard is hiervan de bekendste.

Bekende winkelstraten zijn:

Musea

Op cultureel gebied zijn er vele soorten musea. Parijs telt er in totaal ongeveer 150.

Bekende musea in Parijs zijn:

Overige plaatsen en bouwwerken

Bezienswaardigheden in de omgeving

Verkeer en vervoer

Openbaar vervoer

Bedieningsgebieden van de Parijse kopstations

Parijs beschikt over een goed netwerk van openbaar vervoer. Naast een uitgebreide busdienst rijdt er een metro met 16 lijnen (1 tot en met 14, plus 3bis en 7bis) die aansluiten op een dicht net van RER-voorstadstreinen en Transilien-forensentreinen.

De tram van Parijs heeft in de agglomeratie van Parijs acht tramlijnen in gebruik.

De metrolijnen, de tramlijnen met uitzondering van T4 en de Parijse buslijnen worden geëxploiteerd door het Parijse vervoersbedrijf RATP. De RER wordt gezamenlijk geëxploiteerd door de RATP en het Franse staatsspoorbedrijf SNCF. De Transilien-forensentreinen worden geëxploiteerd door de SNCF.

Spoorwegen

Parijs beschikt ook over zeven grote treinstations die elk een eigen regio van Frankrijk bedienen:

Al deze stations zijn kopstation.

Grote treinstations in de buurt van Parijs zijn Marne-la-Vallée - Chessy (TGV- en RER-station voor Disneyland Parijs), het TGV station op vliegveld Charles de Gaulle en Massy-TGV.

Het voorstadspoorverkeer bestaat uit twee systemen. Het RER-netwerk bedient veelal de dichtbevolkte buitenwijken en voorsteden. De treinen verbinden twee kanten van Parijs per tunnel, zodat passagiers uit de buitenwijken zonder overstappen in hartje Parijs uit kunnen stappen. De RER-treinen rijden met een hoge frequentie, waardoor het spoornet vaak als een metrosysteem beschouwd wordt. De RER A en B vervoeren respectievelijk 1,2 miljoen en 900.000 reizigers per dag. Naast het RER-netwerk is er ook het Transilien-netwerk, dat vertrekt vanaf de grote Parijse kopstations en vanaf daar naar de verre buitenwijken en het platteland rijdt. Er zijn acht lijnen, alhoewel de lijnen eerder een netwerk zijn met vertakkingen. De treinen rijden met een lagere frequentie dan de RER, omdat de vraag naar openbaar vervoer lager is op de trajecten waar Transilien-treinen rijden.

Metro

Sinds de opening van de eerste metrolijn in 1900, is de metro uitgegroeid tot het meest gebruikte lokale transportsysteem van Parijs. In 2015 vervoerde de metro 5,23 miljoen passagiers per dag,[25] met 16 lijnen, 303 stations (385 haltes) en 220 km aan rails.

De komende 15 jaar zal er meer dan €26,5 miljard[26] worden geïnvesteerd om de voorsteden door middel van de metro met de rest van de stad te verbinden, het grootste deel hiervan betreft het Grand Paris Express project.

Luchtverkeer

Terminal 1 van Aéroport Charles de Gaulle, van de architect Paul Andreu

Zoals veel grote steden wordt Parijs bediend door meerdere luchthavens. De grootste daarvan, tevens het grootste vliegveld van Frankrijk en na Heathrow de grootste van Europa, is Aéroport Charles de Gaulle (regelmatig naar de naam van de gemeente, op het grondgebied waarvan het ligt, Roissy genoemd), ten noorden van Parijs. Ten zuiden van de stad ligt de Aéroport d'Orly, de tweede luchthaven van Frankrijk en Parijs. Charles de Gaulle en Orly zijn met elkaar verbonden door een treindienst (RER Lijn B). Beide luchthavens kennen een geautomatiseerde metro tussen de terminals, de Orlyval en de CDGVAL genoemd.[27]

De Aéroport du Bourget was in het verleden de belangrijkste luchthaven, maar functioneert sinds de jaren tachtig als zakenluchthaven van Parijs (er zijn geen lijndiensten op Le Bourget) en ligt op 6,5 km van Parijs. Op deze luchthaven wordt om de twee jaar de luchtvaartbeurs "Le Bourget" gehouden die bekendstaat als een van de belangrijkste ter wereld. Aéroport de Beauvais ligt 70 km van het centrum van Parijs. Deze luchthaven is vooral aantrekkelijk voor budgetvluchten. Verder is er in de nabije omgeving een tiental vliegvelden voor de privéluchtvaart, waaronder de vliegvelden Pontoise - Cormeilles en Lognes-Émerainville.

Ten behoeve van het helikopterverkeer bevindt in het zuiden van de stad Parijs, buiten de Périferique, een heliport: Héliport de Paris - Issy-les-Moulineaux.

Wegverkeer

Parijs beschikt over een uitgebreid wegennet, dat omgeven is door de Boulevard Périphérique (ring). Op iets grotere afstand ligt een tweede ring die wordt gevormd door de A86 en delen van andere snelwegen (A3, A4). Een groot aantal snelwegen komt uit op deze ring waardoor dit een van de drukste autosnelwegen is. Om het verkeer dat langs Parijs wil beter door te laten stromen wordt gewerkt aan een ring nog verder aan de buitenkant van Parijs, de A104/N104, een onderdeel van La Francilienne.

In het centrum is het verkeer bijwijlen chaotisch, vooral tijdens de spits. De Place Charles de Gaulle (voorheen Place d'Etoile) waar twaalf lanen samenkomen bij de Arc de Triomphe is wat dit betreft berucht.

In Parijs rijden 15.100 taxi's rond, die elke dag 500.000 passagiers vervoeren. Er zijn 745 taxistandplaatsen, waarvan er 205 een oproeppaal hebben. Taxi's mogen over de busbanen rijden, waardoor zij veel files kunnen vermijden.

Parijs is bereikbaar vanuit Nederland en België via de A1 vanuit Rijsel en de A2 vanuit Brussel. Verder via de A4 vanuit Reims, de A16 vanuit Amiens, de A13 vanuit Rouen, de A10 vanuit Le Mans, de A11 vanuit Nantes, de A6 vanuit Lyon en de A5 vanuit Troyes.

Fietsverkeer

Parijs is geen stad waar veel wordt gefietst, behalve dat het een dag in het jaar in het teken van de aankomst van de Ronde van Frankrijk staat.

Hoewel Parijs het fietsverkeer stimuleert, zijn de aparte fietspaden er smal, liggen veel fietspaden nog ingepast aan zijkant van de weg of aan de straatkant van het trottoir en moeten fietsers vaak de busbaan volgen.

Er is binnen de stad een systeem van fietsen, die zonder tussenkomst van een verhuurder, automatisch kunnen worden gehuurd: de Vélib'. Er zijn hiervoor iets meer dan 700 stations in de stad en nabije buitenwijken. Het gemiddelde aantal fietsen dat sinds het begin per dag werd uitgeleend is 100.000, maar het aantal fietsen dat wordt uitgeleend daalt.

Media

Nationale en internationale media die gevestigd zijn in Parijs:

Kranten


Sport

Parijs is internationaal beroemd als sportstad.

Olympische Spelen

In 1900 en 1924 werden de Olympische Zomerspelen georganiseerd in Parijs. Sindsdien deed de stad Parijs nog meerdere mislukte pogingen om de organisatie van dit evenement wederom naar Parijs te halen. In 2024 zullen de Spelen weer in Parijs worden georganiseerd.

Voetbal

Paris Saint-Germain (PSG) is de meest succesvolle professionele voetbal club van Parijs en speelt in het Parc des Princes. PSG is een topclub in Ligue 1, het hoogste Franse niveau, en werd meermaals kampioen van Frankrijk. Paris FC en Red Star Paris zijn andere professionele voetbalclubs uit Parijs.
Parijs was speelstad bij het WK voetbal van 1934 en 1998 en het EK voetbal van 1960, 1984 en 2016. Ook werden diverse Europacup finales in Parijs gespeeld.

Wielrennen

De Ronde van Frankrijk eindigt steevast in Parijs en is er ook meermaals gestart. Veel andere wielerkoersen hebben of hadden Parijs in hun naam, maar komen tegenwoordig niet meer binnen de stadsgrenzen. Het gaat dan om bijvoorbeeld Parijs-Roubaix, Parijs-Brussel, Parijs-Tours en Parijs-Nice.

Tennis

Het in Parijs georganiseerde Roland Garros is wereldwijd het belangrijkste tennistoernooi op gravel en is een van de vier grandslamtoernooien. Daarnaast wordt in de herfst gespeeld om de Rolex Paris Masters. Dit toernooi wordt gespeeld in de multifunctionele Bercy Arena.

IJshockey

Parijs was speelstad bij het WK ijshockey van 1951 en 2017.

Bekende Parijzenaars

Stedenbanden


Uitzicht op Parijs vanaf de Eiffeltoren

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.