Paleontologie

Paleontologie (Oudgrieks: παλαιός palaios, oud, ὄν, on, "wezen") is de wetenschap die fossiele resten of sporen van organismen bestudeert, om aan de hand daarvan de aarde en evolutie van het leven op aarde in het geologisch verleden te reconstrueren. Paleontologie probeert ook de verwantschap van nu levende organismen met uitgestorven soorten uit het verleden vast te stellen. Zij bestudeert van uitgestorven soorten daarnaast hun leefomgeving (paleomilieu) en plaats in een ecosysteem (paleo-ecologie). De opeenvolging van fossielen wordt gebruikt om de ontwikkeling van het leven tijdens de geschiedenis van de Aarde te bepalen, maar ook om de ouderdom van bepaalde afzettingen vast te stellen (biostratigrafie).

Deel van een serie artikelen over

Westelijk zicht op de Zwarte Zee.
––– Vakgebieden –––

Atmosferische wetenschappen · Bodemkunde · Fysische geografie · Geochemie · Geodesie · Geologie · Geofysica · Glaciologie


––– Vaste Aarde –––

Aardbeving · Aardkern · Asthenosfeer · Gebergtevorming · Lithosfeer · Platentektoniek · Seismologie · Vulkanisme


––– Aardatmosfeer –––

Aardmagnetisch veld · Atmosfeerchemie · Circulatie · Klimaat · Milieu · Ozonlaag · Paleoklimatologie · Weer


––– Biosfeer en hydrosfeer –––

Biogeografie · Ecologie · Gletsjer · Hydrologie · Oceanografie


Portaal Aardwetenschappen

Naast geheel of gedeeltelijk bewaard gebleven fossiele resten van de organismen zelf, worden ook de sporen van organismen bestudeerd. Onder 'sporen' wordt alles verstaan wat een organisme, zowel actief als passief, maakt of achterlaat. Hieronder vallen graafgangen, kruipsporen, boorgaten, pootafdrukken, holen, nesten, coprolieten (uitwerpselen), enzovoorts. Tezamen worden dit ichnofossielen genoemd. De studie die zich hierop toelegt is de ichnologie.

De paleontologie raakt aan vele andere vakgebieden, zoals de biologie, geologie, scheikunde, natuurkunde en astronomie. Paleontologen verrichten zowel veldwerk als laboratoriumwerk (het vergaren, prepareren, analyseren en determineren van fossiele resten).

Vakgebieden

Binnen de paleontologie worden twee vakgebieden onderscheiden: de paleobotanie legt zich toe op de fossiele planten en de paleozoölogie op het fossiele dierlijk leven. Deze vakgebieden zijn weer onderverdeeld in specialisaties waarin een enkele groep organismen bestudeerd wordt. Zo bestudeert de paleomalacologie de fossiele weekdieren.

Naast bovenstaande indeling is er een tweede indeling, die uitgaat van de praktische hulpmiddelen die nodig zijn voor paleontologisch onderzoek. Onderzoek aan microscopisch kleine resten van plantaardige of dierlijke organismen gebeurt met een sterk vergrotende microscoop: het domein van de micropaleontologie. Voor fossiele resten die met het blote oog waarneembaar zijn is een zwak vergrotende loep meestal voldoende: het domein van de macropaleontologie.

Fossiele cephalopoden

Fossielen

Een bewaard gebleven overblijfsel van een organisme wordt een fossiel genoemd. Hoe fossielen ontstaan en bewaard blijven, wordt bestudeerd door de tafonomie.

Toepassingen van fossielen

Datering en stratigrafie

De paleontologie draagt in belangrijke mate bij aan de geologische datering van aardlagen. In de 19e en het grootste deel van de 20e eeuw was het daartoe ook de belangrijkste bron. In de tweede helft van de 20e eeuw is deze rol gedeeltelijk overgenomen door de mogelijkheid om absolute ouderdomsbepalingen aan aardlagen (of fossielen) te doen en door andere chemische en fysische methoden. De bijdrage van de paleontologie aan ouderdomsbepaling is echter nog steeds groot.

Het indelen van aardlagen op de erop voorkomende fossielen wordt biostratigrafie genoemd.

Paleo-ecologie

Paleo-ecologie is het bestuderen van fossielen ten behoeve van de reconstructie van het voormalige milieu en het klimaat (Zie ook paleomilieu en ecosystemen) waarin een aardlaag is afgezet. Biogeologie is de studie van de wederzijdse beïnvloeding van de biosfeer en de lithosfeer.

Evolutiebiologie

Door de vergelijking van fossielen kan de evolutie van een bepaalde soort nauwkeurig in kaart gebracht worden. Dit kan informatie opleveren over de manier waarop evolutie van soorten plaatsvindt. De verschillende theorieën en hypothesen hierover worden samen de evolutietheorie genoemd. De wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van evolutie en de mechanismen waarmee dit plaatsvindt is de evolutiebiologie.

Zie ook

Zie de categorie Paleontology van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Biochemie & fysiologie:Bioanorganische chemie · Biofysica · Celfysiologie · Elektrofysiologie · Endocrinologie · Glycobiologie · Immunologie · Immuunhistochemie · Klinische biologie · Moleculaire biologie · Neurobiologie · Neurofysiologie · Ontwikkelingsfysiologie · Plantenfysiologie · Radiobiologie · Spierfysiologie · Toxicologie
Genetica:Cytogenetica · Epigenetica · Farmacogenetica · Gedragsgenetica · Genomica · Paleogenetica · Populatiegenetica · Synthetische biologie · Toxicogenomica
Morfologie & anatomie:Celbiologie · Embryologie · Histologie · Morfologie · Ontwikkelingsbiologie · Plantenanatomie · Plantenmorfologie · Zoötomie
Ecologie & gedrag:Aerobiologie · Astrobiologie · Epidemiologie · Ethologie · Fenologie · Hydrobiologie · Histologie · Limnologie · Mariene biologie · Montane ecologie · Parasitologie · Populatiebiologie · Syntaxonomie · Vegetatiekunde
Biogeografie:Biogeologie · Eilandbiogeografie · Floristiek
Systematiek & evolutietheorie:Bio-informatica · Chemotaxonomie · Cladistiek · Fylogenie · Paleontologie · Synthetische biologie · Systeembiologie · Taxonomie
Bijzondere biologie:Bryologie · Entomologie · Fycologie · Herpetologie · Ichtyologie · Lichenologie · Malacologie · Mammalogie · Microbiologie · Mycologie · Ornithologie · Plantkunde · Pteridologie · Virologie · Zoölogie
Mens & milieu:Biologische antropologie · Biologische psychologie · Biomedische wetenschappen · Biotechnologie · Epidemiologie · Medische biologie · Menselijke biologie · Milieubiologie · Psychobiologie
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.