Vikingen

De Vikingen of Noormannen waren (en hun nakomelingen zijn) Scandinavische bewoners van Zuid-Noorwegen, Denemarken en Zweden. De Vikingen waren het deel van de Noormannen dat op rooftocht ging. De gewone Noormannen waren boeren in Noorwegen, Zweden, Denemarken en IJsland. In veel gevallen wordt onderscheid gemaakt tussen beide termen, waarbij de term Noormannen staat voor de gehele bevolkingsgroep, terwijl met de term Vikingen slechts het zeevarende deel van die groep wordt bedoeld dat vanuit Scandinavië Europa introk. De huidige Denen, Zweden, Noren en IJslanders zijn grotendeels directe nakomelingen van de Noormannen.

Kaart van de Vikinggebieden en expedities
Kaart van de Vikinggebieden in de 8e (donkerrood), 9e (rood), 10e (oranje) en 11e (geel) eeuw. De groene gebieden waren het slachtoffer van regelmatige rooftochten door Vikingen.

Geschiedenis

Etymologie

Over de oorsprong van het woord 'Viking' zijn al tal van theorieën geponeerd door wetenschappers. Zo zou het woord afkomstig zijn van het woord 'víc' /wi:k/, dat vertaald wordt als fjord, baai,[1] rover of handelaar. Volgens sommige theorieën zou met Víc (Vík) specifiek het stuk zee tussen het zuiden van Noorwegen en het zuiden van Zweden, waarvan het grootste deel tot het huidige Skagerrak behoort, worden aangeduid. Ook wordt het woord in verband gebracht met West-Noorse termen die gebruikt werden tegen het einde van de Vikingperiode: vikingr en viking betekenen zoveel als 'iemand die op zee vecht', 'rover', of 'oorlog op zee'. Met de belofte van rijke buit ronselden krijgsheren een bemanning om de kusten af te stropen. Dit bedrijf werd in het Oudnoords met het woord víking aangeduid. Víkingar waren de mannen die víking bedreven, enkelvoud víkingr.[2] Ook komt de term "Viking" voor in de vroege Engelse literatuur van de uitdrukking "to go viking" wat "gaan plunderen" betekende. Een andere mogelijkheid is dat het om een afleiding van het Oudnoordse werkwoord víkva gaat, maar dan in de oorspronkelijke betekenis ‘wijken’, en dat de eerste wijkingen door mannen gebeurde die door omstandigheden gedwongen hun thuisland verlieten.[3]

Geografie

De Noormannen hadden een kerngebied dat, met de topografie van tegenwoordig, de volgende landen omvatte:

Er was geografische eenheid dankzij:

Etniciteit

De verschillende Germaanse stammen die het noorden bevolkten, vormden een etnische eenheid met overeenkomstige zeden en gewoonten en een gemeenschappelijke taal.[4] Cultureel waren er overeenkomsten:

Aanvankelijk waren de Noormannen/Vikingen een homogene groep die na enige eeuwen weer onderling meer divers werd, maar desondanks toch vrij gelijk aan elkaar bleven. Dit weerspiegelde zich in de ontwikkeling van meerdere kleine vorstendommen die elkaar bestreden. Uiteindelijk ontstonden hieruit de Scandinavische staten. De Scandinavische talen, cultuur en gebruiken zijn ook tegenwoordig nog altijd erg homogeen.

Boten en schepen

Nagebouwde Vikingschepen bij het Vikingschipmuseum in Roskilde, Denemarken

De Vikingen maakten snelle en lichte boten voor het vervoer van personen, en grote (minstens 36 meter) langschepen voor het vervoer van vee en goederen en voor oorlogvoering. Hun langschepen werden soms drakkars genoemd en hun kleinere noemt men ook wel snekken. Een type Vikingschip genaamd de knarr, was voor de handel en vrachtvervoer en was kleiner dan de drakkars, waarmee ze soms op strooptocht gingen. De knarr was meer voor vredelievende doeleinden en had geen angstaanjagende draken- of slangenkop op de boeg. Alle Vikingschepen konden gezeild en geroeid worden.

Over snelle en stevige schepen beschikten de Noormannen inderdaad, want ze waren zeker de beste scheepsbouwers van hun tijd. Dankzij het feit dat soms belangrijke mannen of vrouwen in een schip werden begraven en afgezonken schepen zijn teruggevonden, weten we een heleboel over hun vaartuigen. Een hoofdman die sneuvelde in de strijd – en dat moest zeer zeker met een wapen in de hand gebeuren, want anders zouden ze niet het rijk van het Walhalla mogen betreden – werd door zijn bemanning op schilden gelegd met twee lansen of roeiriemen, die als draagbaar dienden, en op het schip op het langere achterdek gelegd.

Detail van het Osebergschip

Anders zijn de twee uitzonderlijk mooie schepen, die gevonden werden onder in scheepsgraven in Noorwegen en die heden bekendstaan als het Gokstadschip en het Osebergschip. Beide dateren uit de 9e eeuw en bevinden zich nu in Oslo's Vikingskipshuset (Vikingschepenmuseum). De schepen lagen ieder onder een tumulus of grafheuvel begraven met 1 tot 2 personen erin, vermoedelijk hooggeplaatste mensen. De gevonden schepen hadden geen draken- of slangenkop op hun voorsteven, maar het Osebergschip had wel gekrulde uiteinden van de stevens.

Vikingschepen zijn lang en smal van uiterlijk en voor en achter gelijk van vorm. Dit zorgt ervoor dat ze snel konden omdraaien zodat ze sneller konden vluchten of een storm uit de weg konden gaan. Vikingen waren zo vaardig in het bouwen van de schepen, dat ze daarmee de Atlantische Oceaan konden bevaren tot aan Amerika. De Vikingschepen waren niet alleen zeewaardig maar door hun geringe diepgang ook geschikt om de Europese rivieren zeer ver op te varen. Zo konden ze diep het continent binnendringen en over land van het ene rivierstelsel naar het andere komen. De boeg was soms bewerkt met houtsnijwerk. Ze gaven hun boot ook namen, zoals "Vlugge Draak". Dit weet men uit archeologische vondsten en oude verhalen zoals saga's.

Oostelijke expansie door de Zweden

De 'Zweedse' Vikingen zwierven uit tot in het huidige Rusland, dat zelfs zijn naam aan hen dankt. Rus is oorspronkelijk de naam voor de (Zweedse) Vikingen die Rusland bereikten (het kan roodharige of roeier betekend hebben); pas later wordt met de term de gehele bevolking van Rusland bedoeld. De Zweed Rurik stichtte de eerste Russische staat: het Kievse Rijk. Verder stichtten Vikingen belangrijke handelssteden als Novgorod en dreven ze vanuit Rusland handel met Constantinopel. Verscheidene malen waagden de 'Russische' Vikingen zelfs overvallen op Constantinopel. Dit bleef zonder resultaat door de zeer goede verdedigingswerken rond de stad die al vele malen hun nut bewezen hadden. Toen boden sommige van de Vikingen zich aan als huurling voor het Byzantijnse leger. Ze werden ondergebracht in een speciale elite-eenheid die de persoon van de Byzantijnse keizer moest beschermen en werden bekend als de Varjagen.

Zuidelijke expansie door de Denen

Skuldelev 2

De 'Denen' trokken zuidwaarts naar Engeland, België, Nederland, en Duitsland (Rijnland) en Frankrijk (Normandië).

In 789[5] werden de Vikingen voor het eerst gesignaleerd in Engeland waar ze in Dorset kwamen, waarna ze in 793 het klooster van Lindisfarne aan de noordoostkust van Engeland plunderden. In 810 kwamen de Vikingen voor de eerste keer in het huidige Nederland. Zij veroverden de Friese eilanden. In 834 zouden zij het toen belangrijke handelscentrum Dorestad hebben overvallen.[6] Bij het Limburgse dorpje Asselt of Elsloo[7] hadden ze een paar jaar een versterkt kamp in gebruik van waaruit ze jaarlijks op strooptocht gingen.[8] In 882 vond hier de belegering van Asselt plaats. Ook in het graafschap Vlaanderen en het hertogdom Brabant gingen de Deense Vikingen tekeer. Antwerpen werd in 836 platgebrand. Daarna volgden plunderingen in de Rupelstreek, Gent, Kortrijk, Doornik, Mechelen, Lier, Brabant,[9] Leuven en de Maasstreek (Maastricht, Luik, Tongeren, Aken, Kornelimünster, Malmedy, Stavelot). Vanuit diverse steunpunten (Walcheren, Wieringen, Elterberg) werden strooptochten georganiseerd via de Rijn en zijn zijrivieren. Zowel in Deventer als Zutphen zijn de sporen van handel gevonden die dateren uit de jaren 880-890. De bekendste Vikingen waren ongetwijfeld de legendarische Ragnar Lodbrok en zijn vijf zonen Sivard Snake-in-the-Eye, Bjorn Ironside, Ivar the Boneless, Erik Windhat en Ubbe Ragnarsson.

Bij de Franse Kanaalkust stichtten de Deense Vikingen nederzettingen van waaruit ze jaarlijks strooptochten hielden in Frankrijk en omstreken. Ze plunderden zelfs enkele malen Parijs (onder andere in 845 onder Ragnar Lodbrok) en de Franse koning Karel de Eenvoudige verleende ten slotte de Vikinghoofdman Rollo leenrechten voor een gebied aan de Seinemonding. Vanaf toen staat dit gewest bekend als het Noordmannengebied oftewel Normandië. Van hieruit begon Willem de Veroveraar in 1066 de verovering van Engeland. Avonturiers uit Normandië veroverden in de 11e eeuw zelfs Zuid-Italië en Sicilië. (zie verder: Verovering van Zuid-Italië door de Normandiërs).

Ondertussen vestigden zich ook veel Denen en Noren in Noord-Engeland, Ierland en Schotland. Van hieruit veroverden ze geleidelijk aan grote delen van de Britse eilanden en verdreven de Angelsaksische heersers. Geleidelijk vermengden de Angelsaksen en de Vikingen zich onderling.

In 1013-1016 veroverde Knoet de Grote zelfs de Engelse troon en regeerde korte tijd over een machtig Deens-Engels rijk.

Westelijke expansie door de Noren

De 'Noorse' Vikingen trokken westwaarts wegens, onder andere, overbevolking. De kolonisatie van de Shetlandeilanden, de Orkneyeilanden (beiden rond 800), IJsland (ca. 875) en Groenland (985) gebeurde stapsgewijs door de logistieke beperking van het Vikingschip.[10] De Noorse Vikingen koloniseerden ook de Faeröer en samen met Deense Vikingen veroverden ze het grootste deel van Ierland en delen van Engeland.

Bjarni Herjolfsson ontdekte Amerika[11] en Leif Eriksson (zoon van de bekende Erik de Rode) trachtte er een kolonie te stichten. In oude Noorse en IJslandse verhalen, saga's, wordt gesproken over Vinland dat vermoedelijk in New England en oostelijk Canada lag, Helluland (land van de platte stenen) het huidige Baffineiland en Markland (bosland) dat nu Labrador wordt genoemd. Archeologen hebben inderdaad een Vikingnederzetting gevonden in L'Anse aux Meadows op Newfoundland, maar naar het schijnt zijn de Vikingen nooit langer dan een jaar of twee achtereen in Amerika gebleven. De nederzetting lag erg geïsoleerd en moet afhankelijk zijn geweest van de Groenlandse koloniën (gezien de schepen van de Vikingen niet in een keer de reis van Noorwegen naar Noord-Amerika konden maken en dit dus in etappes moesten doen) die zelf al kwetsbaar waren, aan chronische hout- en ijzergebreken leden, en niet meer dan 5.000 zielen telden op hun hoogtepunt. Waarschijnlijk verlieten de Vikingen Newfoundland voorgoed na slechts 10 jaar, hoewel schepen uit Groenland nog wel Markland (Labrador) aandeden om hout te kappen. De koloniën op Groenland legden het loodje rond 1350-1450, waarschijnlijk door een combinatie van klimaatverslechtering en andere factoren.

DNA-onderzoeken geven aan dat vermoedelijk voor de migratie naar de Shetland- en Orkneyeilanden en de noordwestkust van Schotland, gezinsverband de norm was. In IJsland, Buiten-Hebriden en het eiland Skye lijkt het meer te gaan om alleenstaande mannen die pas na aankomst hun partner "vonden" bij de lokale bevolking.[12]

Positie van de vrouw

De vrouwen in de noordelijke, patriarchale samenleving stonden in menig opzicht op gelijke voet met mannen. Hun positie was veel beter dan die van vrouwen in de rest van Europa. Ze konden delen in erfenissen en hadden het recht van hun echtgenoot te scheiden. Als onderdeel van de huwelijksvoltrekking kreeg de vrouw een set sleutels. Als ze al drie jaar als noglepige (sleuteljuffer) de sleutels droeg, maar niet getrouwd was, mocht ze zichzelf als wettige echtgenote beschouwen. Scandinavische vrouwen konden een vooraanstaande positie hebben, maar het Christendom propageerde vrouwelijke inferioriteit en met de komst van dit christelijke dogma verloren vrouwen hun gunstige sociale status en vrijheden.[13]

Standensamenleving

Het Lied van Rig laat zien dat de noordelijke samenleving in drie klassen was verdeeld: de jarl (edelman), karl (vrije boer) en slaaf. Heimdalls overnachtingen bij overgrootmoeder en overgrootvader, grootmoeder en grootvader en moeder en vader leverden achtereenvolgens de standen van respectievelijk laag naar hoog op. De aanzienlijkste vrije landeigenaren ontwikkelden zich tot de heersende klasse. Hun vertegenwoordigers vormden de volksvergadering, het ding.

Slaven

De Vikingen hadden slaven[14] en tijdens hun rooftochten ontvoerden ze mensen en maakten die tot slaaf. Slaven verrichten op de boerderij het zware werk: koren malen, vee hoeden en brandhout verzamelen. Ze hadden vrijwel geen rechten, maar werden over het algemeen goed behandeld.[15] De meeste slaven waren van rooftochten op vreemde kusten afkomstig, maar ze konden ook door begane misdaad tot slavernij worden veroordeeld of slaaf worden door zichzelf te verkopen om een schuld af te lossen. Dublin in Ierland werd een doorgangskamp voor slaven uit Engeland, Wales en Schotland. De gevangenen werden als slaven verkocht op markten als Hedeby. In Engeland hielden de Vikingen een groot deel van het land bezet. Slaven waren een belangrijke minderheid in Engeland. Na de invasie door de Normandiërs in 1066, werden de meeste slaven vrijgelaten. In het Domesday Book werd het aantal slaven vermeld.[16]

Ringwalvestingen

Vikingburcht Aggersborg, de grootste Vikingburcht van Denemarken
Reconstructie van een langhuis

De Vikingen legden verschillende Vikingburchten aan, bestaande uit een aarden ringwal omgeven door een sloot, met aansluiting op een waterweg. Binnen deze wal stonden langhuizen, zoals die ook elders buiten dergelijke wallen werden gebouwd. De ringwal gaf op vier plaatsen doorgang via zware poorten. Dwars aaneengesloten eiken balken vormden de bestrating. Door verbinding van telkens twee overliggende poorten ontstond een kwadrant in de cirkel die de wal omsloot. De lengte van de dwarsliggende straatbalken was zo gekozen dat daar gemakkelijk een kar, met of zonder boot erop, overheen kon. De poorten waren eveneens uit eiken balken gemaakt en voorzien van een mechanisme waarmee zij van binnenuit konden worden geopend.

Site doorsnee (binnen) breedte wal aantal langhuizen lengte langhuis
Aggersborg240 m11 m4832,0 m
Borgeby150 m15 m  
Trelleborg (Slagelse)137 m17,5 m31 (16 + 15)29,4 m
Trelleborg (Skåne)125 m   
Fyrkat120 m13 m1628,5 m
Nonnebakken120 m   

Verkeerde opvattingen over Vikingen

Een aantal verkeerde opvattingen is in de loop der geschiedenis over Vikingen ontstaan. Het idee dat Vikingen hoorns of vleugels op hun helmen hadden is onjuist. Dergelijke helmen werden in andere culturen wellicht wel gebruikt voor rituele doeleinden, maar Vikingkrijgers droegen ze niet. Er zijn bij opgravingen nooit helmen gevonden met hoorns eraan en een dergelijke helm zou de drager zwaar benadelen in een gevecht.[17] De gehoornde vikinghelm is een verzinsel van de 19e eeuw.

Ook het idee dat Vikingen menselijke schedels zouden gebruiken als drinkbekers is historisch onjuist. Deze opvatting komt mogelijk uit Olaus WormiusRuner seu Danica literatura antiquissima (1636), waarin wordt omschreven hoe Deense krijgers uit schedels zouden drinken.

Het idee dat Vikingen onverzorgd waren, dat ze geen belang hechtten aan hun uiterlijk, is eveneens verkeerd. Voor die tijd waren Vikingen heel verzorgd. Zij wasten zich één keer in de week, op zaterdag. Versierden hun haren met vlechten en linten.

Net zoals andere volkeren vochten Vikingen voornamelijk met speren. Sommigen gebruikten wel bijlen, maar de meeste krijgers niet.

Musea

Musea gewijd aan de Vikingen zijn:

 Noorwegen

 Denemarken

 Zweden

 Duitsland

Engeland

Goden

  • Gjallar, uitgebreide site met informatie over het optreden van de Noormannen in de Lage Landen
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.