Werelderfgoed

Werelderfgoed is cultureel en natuurlijk erfgoed dat wordt beschouwd als onvervangbaar, uniek en eigendom van de hele wereld, en waarvan het van groot belang wordt geacht om te behouden. Alleen erfgoed dat is ingeschreven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO mag deze titel dragen. De lijst wordt jaarlijks samengesteld door het Werelderfgoedcomité, dat bestaat uit vertegenwoordigers van 21 wisselende landen.

Het materieel werelderfgoed bestaat sinds de 42e sessie van het Comité (2018) uit 1092 werelderfgoederen verspreid over 167 landen. Hiervan zijn 845 cultuurerfgoederen (C), 209 natuurerfgoederen (N) en 38 gemengde erfgoederen, die een combinatie van beide zijn (C/N). Plaatsing van een monument op de Werelderfgoedlijst levert geen geld op. 191 landen hebben de Werelderfgoed Conventie geratificeerd. Ieder land is zelf verantwoordelijk voor bescherming en behoud van de eigen monumenten. Wel is er een speciaal fonds (het Werelderfgoedfonds) voor hulp bij urgente bedreigingen.

Nominatieproces

Yellowstone, een van de monumenten op de eerste Werelderfgoedlijst in 1978
Paaseiland staat sinds 1995 op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het eiland voldoet aan de criteria I, III en V

Alleen landen die de Overeenkomst voor het Werelderfgoed hebben ondertekend, kunnen nominaties indienen.

De eerste stap is dan het opstellen van een Voorlopige lijst. Dit is een inventarisatie van alle belangrijke monumenten die het land de komende jaren van plan is te nomineren.

Vervolgens stelt het land een nominatiedossier samen met zo veel mogelijk informatie over het monument dat het als eerste wil laten inschrijven. Dit dossier moet onder andere gedetailleerde beschrijvingen bevatten van de unieke waarde van dit monument (bijvoorbeeld in vergelijking met soortgelijke monumenten elders in de wereld) en plannen die aantonen hoe het behoud van het monument is ingericht.

Dit dossier wordt ingezonden naar het ondersteunend bureau van het Werelderfgoedcomité. Als deze het compleet genoeg acht, wordt het ter beoordeling voorgelegd aan twee adviesorganen: voor de culturele erfgoederen ICOMOS en voor de natuurlijke IUCN.

Sinds 2005 is er één set van 10 criteria, waarvan – naast het element van bijzondere universele waarde – aan minimaal één moet worden voldaan. Deze criteria worden als volgt gecodeerd en geformuleerd:

  • I. het vertegenwoordigt een meesterwerk van een creatief menselijk genie
  • II. het stelt een belangrijke interactie van menselijke waarden tentoon, gedurende een tijdspanne of binnen een cultureel gedeelte van de wereld, voor ontwikkelingen in architectuur of technologie, monumentale kunsten, stadsontwerp of landschapsinrichting
  • III. het draagt een unieke of ten minste een exceptionele getuigenis van een culturele traditie of een samenleving, die nog voortleeft of is verdwenen
  • IV. het is een bijzonder voorbeeld van een type gebouw of architectonisch of technologisch ensemble of landschap, dat significante stappen in de menselijke geschiedenis voorstelt
  • V. het is een bijzonder voorbeeld van een traditionele menselijke bewoning of landgebruik, dat een cultuur (of culturen) vertegenwoordigt, in het bijzonder wanneer het kwetsbaar is geworden ten gevolge van onomkeerbare veranderingen
  • VI. het is direct of tastbaar verbonden met gebeurtenissen of levende tradities, met ideeën, of geloof, met artistieke en literaire werken van bijzondere universele betekenis (de commissie beschouwt dit criterium alleen als toepasbaar in bijzondere omstandigheden en alleen in combinatie met een ander cultureel of natuurlijk criterium op de lijst)
  • VII. het bevat buitengewone natuurverschijnselen of gebieden van buitengewone natuurlijke schoonheid en esthetisch belang
  • VIII. het is een bijzonder voorbeeld van belangrijke lopende ecologische en biologische processen in de evolutie en ontwikkeling van ecosystemen op het land, in zoet water, aan de kust en in en op zee, en van gemeenschappen van planten en dieren.
  • IX. het herbergt de belangrijkste natuurlijke onderkomens voor het behoud van biodiversiteit, inclusief die welke bedreigde soorten herbergen van buitengewone, universele betekenis
  • X. Het is een gebied met een exceptionele, natuurlijke schoonheid.

De uiteindelijke beslissing over het al dan niet opnemen van een monument op de Werelderfgoedlijst ligt bij het Werelderfgoedcomité. Dit Comité komt één keer per jaar bijeen om, op basis van de adviesrapporten, te oordelen over de nieuwe nominaties.

Het Werelderfgoedcomité kan een werelderfgoed plaatsen op de Lijst van bedreigd werelderfgoed. Dit gebeurt wanneer een grootschalig ingrijpen van buitenaf nodig is omdat het behoud in gevaar is. Met deze status kan acuut geld vrij worden gemaakt uit het Werelderfgoedfonds en wordt er internationale attentie gevraagd voor de bedreiging. Per juni 2011 geldt dit voor 35 monumenten, bijvoorbeeld voor de Middeleeuwse monumenten in Kosovo.

Als de unieke status van een werelderfgoed verdwijnt, kan het door het Comité helemaal van de Werelderfgoedlijst worden verwijderd. Dit gebeurde een maal met de erkenning van het cultuurlandschap van het Elbedal bij Dresden. Dit cultuurerfgoed werd volgens het Comité zodanig beschadigd door de bouw van de Waldschlösschenbrug dat de erkenning werd ingetrokken.

Geschiedenis

Aboe Simbel: de grote tempel van Ramses II

Directe aanleiding voor de overeenkomst was de bouw van de Aswandam in Egypte in 1959. Hierdoor kwam een vallei onder water te staan met daarin de ruim 3000 jaar oude tempels van Aboe Simbel. UNESCO lanceerde daarop een wereldwijde reddingsactie. De bedreigde tempels werden zorgvuldig gedemonteerd, naar een hogere locatie gebracht en daar stuk voor stuk weer opgebouwd. De kosten van dit project bedroegen zo’n 80 miljoen US dollar, waarvan 40 miljoen werd gedoneerd door 50 verschillende landen.

Deze actie werd wereldwijd als een groot succes beschouwd, en andere acties volgden (bijvoorbeeld voor Venetië, de ruïnes van Mohenjodaro in Pakistan, en de Borobudur in Indonesië). UNESCO en ICOMOS stelden daarop een concept overeenkomst op om het gezamenlijke erfgoed van de mensheid te beschermen.

De Verenigde Staten stonden aan de basis van het idee om behoud van culturele monumenten te combineren met natuurbehoud: een conferentie in 1965 riep op tot het instellen van een World Heritage Trust. De IUCN ontwikkelde vergelijkbare plannen, en die werden in 1972 gepresenteerd op een VN conferentie in Stockholm. Daar ook werd de Overeenkomst voor het werelderfgoed uiteindelijk gesloten.

Recente ontwikkelingen

Erdene Zuu in de Orchonvallei, Mongools werelderfgoed in 2004

De jaarlijkse groei van de Werelderfgoedlijst heeft de discussie aangewakkerd of de lijst eindig is. Dit heeft in 2000 geleid tot het Besluit van Cairns, waarin het aantal nieuwe nominaties wordt beperkt en waarbij tegelijkertijd een meer evenwichtige inhoud wordt nagestreefd.

Prioriteit wordt in de eerste plaats gegeven aan nominaties van landen die nog niet zijn vertegenwoordigd op de lijst, en vervolgens aan nominaties van monumenten in ondervertegenwoordigde categorieën. Landen die al werelderfgoederen binnen hun grenzen hebben, mogen nog maar één nieuwe nominatie per jaar inzenden.

Bij een evaluatie in juli 2006 van deze Global Strategy om de Werelderfgoedlijst meer in balans te laten komen is afgesproken dat ieder land nu twee nieuwe monumenten per jaar mag indienen, waarvan er minimaal één een natuurlijk erfgoed moet zijn. Het totaal aantal te beoordelen nieuwe nominaties is maximaal 45 (inclusief die monumenten die in voorgaande jaren zijn terugverwezen voor meer informatie/onderbouwing en opnieuw worden genomineerd). De prioriteitenvolgorde is gelijk gebleven aan die van het Besluit van Cairns.

Aantallen

Het materieel werelderfgoed bestaat sinds de 39e sessie van het Werelderfgoedcomité in 2015 uit in totaal 1.031 monumenten, waarvan 197 in het natuurerfgoed (N), 802 monumenten in het cultuurerfgoed (C) en 32 monumenten als een combinatie van beide. Van deze lijst staan er 48 op de lijst van het bedreigde werelderfgoed, omdat het voortbestaan van deze monumenten in gevaar is.

Het immateriële werelderfgoed wordt door UNESCO opgenomen in de aparte lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid. Onder immaterieel werelfderfgoed verstaat men muziek, tradities, gebruiken, gemene kennis van een volk of gemeenschap of groepen die deel uitmaken van hun gezamenlijk cultureel erfgoed.

België en het werelderfgoed

Een van de vier scheepsliften

België ratificeerde de Overeenkomst voor het werelderfgoed in 1996. België heeft 13 monumenten op de Werelderfgoedlijst.

1998CVlaamse begijnhoven
1998CScheepsliften in het Centrumkanaal bij La Louvière en Le Rœulx
1998CGrote Markt van Brussel
1999CBelforten in België en Frankrijk (oorspronkelijk "Belforten van Vlaanderen en Wallonië", maar in 2005 uitgebreid met de belforten van Frankrijk)
2000CHistorisch centrum van Brugge
2000CHerenhuizen van de art-nouveau-architect Victor Horta
in Brussel: Hotel Tassel, Hotel Solvay, Hotel van Eetvelde, woning en atelier van Horta (Hortamuseum)
2000CNeolithische vuursteenmijnen in Spiennes (Bergen)
2000COnze-Lieve-Vrouwekathedraal in Doornik
2005CPlantin-Moretuscomplex in Antwerpen
2007NOude en voorhistorische beukenbossen van de Karpaten en andere regio's van Europa (Vijf reservaten in het Zoniënwoud werd door een uitbreiding in 2017 onderdeel van deze multinationale inschrijving.)
2009CStocletpaleis in Sint-Pieters-Woluwe
2012CBelangrijkste mijnsites van Wallonië
2016CMaison Guiette in Antwerpen, als onderdeel van een multinationale erkenning van architecturaal werk van Le Corbusier

Voorlopige lijst

De Voorlopige lijst bestaat uit:[1]

Nominatieproces

Het Koninkrijk België is een federale staat samengesteld uit drie gemeenschappen: de Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap, en daarnaast uit drie gewesten: het Vlaamse, Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vlaanderen fuseerde zijn instellingen vrijwel meteen bij hun oprichting waardoor er nog slechts één Vlaams Parlement en één Vlaamse regering is. De Franstaligen hielden alle door hen gecontroleerde en verkozen volksvertegenwoordigingen en regeringen afzonderlijk. Dit heeft soms zijn invloed op de selectie en plaatsing op de Lijst.

Nederland en het werelderfgoed

Nederland ratificeerde de Overeenkomst voor het werelderfgoed in 1992. Het Koninkrijk der Nederlanden (dus Nederland (inclusief Bonaire, Saba en Sint Eustatius), Aruba, Curaçao en Sint Maarten) heeft sinds 2014 tien monumenten op de Werelderfgoedlijst:

Nederland

1995CHet voormalige eiland in de Zuiderzee: Schokland en omgeving (inmiddels in Noordoostpolder komen te liggen) in Flevoland
1996C19e-eeuwse militaire Stelling van Amsterdam met een lengte van 137 km, lopende van Edam langs Haarlem tot aan Muiden in Noord-Holland.
1997CComplex van 18e- en 19e-eeuwse poldermolens: Molens bij Kinderdijk/Elshout in Alblasserwaard / Nieuw-Lekkerland in Zuid-Holland.
1998CIr. D.F. Woudagemaal, grootste in gebruik zijnde stoomgemaal ter wereld, uit vroege 20e eeuw, te Lemmer in Friesland.
1999CGrote 17e-eeuwse Droogmakerij van De Beemster (waarin gelegen 5 forten als onderdeel van Stelling van Amsterdam) ( ->Beemster Polder / Middenbeemster) in Noord-Holland.
2000CRietveld Schröderhuis in Utrecht: een huis uit de jaren 1920, dat wereldwijd grote invloed heeft gekregen op de moderne architectuur, gebouwd naar ontwerp van de architect Gerrit Rietveld voor diens opdrachtgeefster, mevrouw Truus Schröder-Schräder in Utrecht (provincie).
2009NWaddenzee in Noord-Holland, Friesland en Groningen, gedeeltelijk in Duitsland en Denemarken.
2010CAmsterdamse grachtengordel, aangelegd in de 17e eeuw in Noord-Holland.
2014CVan Nellefabriek, een gebouw uit de jaren 1920 in Rotterdam, Zuid-Holland.

Curaçao

Historische binnenstad van Willemstad (Curaçao).
1997CHistorisch gebied van Willemstad, binnenstad en haven op Curaçao (Koninkrijk der Nederlanden)

Selectie en thema's

Nederland richt zich bij de (voor)selectie op vier thema’s: waterbeheer, de Republiek in de 17e eeuw, het nieuwe bouwen en archeologie.

Voorlopige lijst

De Voorlopige lijst bestond uit:[2]

Actualiteit

Nederland stelde tot en met 2007 een stop in voor het indienen van nominaties in verband met het Nederlandse lidmaatschap van het Werelderfgoedcomité. Mede-commissieleden als Chili, Spanje en India lieten zich hierdoor niet weerhouden en blijven ook zelf actief nomineren. Sinds 2009 zijn er weer drie objecten aan de lijst toegevoegd: de Waddenzee, de Amsterdamse grachtengordel en de Van Nellefabriek.

Nieuwe kandidaten voor de Werelderfgoedlijst in het Koninkrijk der Nederlanden

De Commissie Herziening Voorlopige Lijst Werelderfgoed maakte op 12 november 2010 een lijst bekend met objecten die als kandidaat worden voorgedragen. Deze lijst in in 2011 aangemeld voor de kandidatenlijst:[3]

Door deze selectie zijn enkele opvallende kandidaten afgevallen, zoals:

Suriname en het werelderfgoed

Suriname

Suriname heeft sinds 2000 op Werelderfgoedlijst staan:

2000NCentraal Suriname Natuurreservaat
2002CHistorische binnenstad van Paramaribo

De resterende Voorlopige lijst bestaat uit:[4]

Jaarlijkse bijeenkomsten Werelderfgoedcomité

Een overzicht van de jaarlijkse bijeenkomsten van het Werelderfgoedcomité, waar wordt besloten over nieuwe nominaties en richtlijnen.

Sessie Jaar Gaststad/land
1e sessie 1977 Parijs, Frankrijk
2e sessie 1978 Washington D.C., Verenigde Staten
3e sessie 1979 Caïro en Luxor, Egypte
4e sessie 1980 Parijs, Frankrijk
5e sessie 1981 Sydney, Australië
6e sessie 1982 Parijs, Frankrijk
7e sessie 1983 Firenze, Italië
8e sessie 1984 Buenos Aires, Argentinië
9e sessie 1985 Parijs, Frankrijk
10e sessie 1986 Parijs, Frankrijk
11e sessie 1987 Parijs, Frankrijk
12e sessie 1988 Brasilia, Brazilië
13e sessie 1989 Parijs, Frankrijk
14e sessie 1990 Banff, Canada
15e sessie 1991 Carthago, Tunesië
16e sessie 1992 Santa Fe, Verenigde Staten
17e sessie 1993 Cartagena, Colombia
18e sessie 1994 Phuket, Thailand
19e sessie 1995 Berlijn, Duitsland
20e sessie 1996 Mérida, Mexico
21e sessie 1997 Napels, Italië
22e sessie 1998 Kioto, Japan
23e sessie 1999 Marrakesh, Marokko
24e sessie 2000 Cairns, Australië
25e sessie 2001 Helsinki, Finland
26e sessie 2002 Boedapest, Hongarije
27e sessie 2003 Parijs, Frankrijk
28e sessie 2004 Suzhou, China
29e sessie 2005 Durban, Zuid-Afrika
30e sessie 2006 Vilnius, Litouwen
31e sessie 2007 Christchurch, Nieuw-Zeeland
32e sessie 2008 Quebec, Canada
33e sessie 2009 Sevilla, Spanje
34e sessie 2010 Brasilia, Brazilië
35e sessie 2011 Parijs, Frankrijk
36e sessie 2012 Sint-Petersburg, Rusland
37e sessie 2013 Phnom Penh, Cambodja
38e sessie 2014 Doha, Qatar
39e sessie 2015 Bonn, Duitsland
40e sessie 2016 Istanboel, Turkije
41e sessie 2017 Krakau, Polen
42e sessie 2018 Manama, Bahrein
43e sessie 2019 Baku, Azerbeidzjan

Zie ook

Zie de categorie Werelderfgoed van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Zoek werelderfgoed op in het WikiWoordenboek.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.