vierhonderdachtentwintig

Nederlands

0428
vierhonderdachtentwintig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·acht·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vierhonderdachtentwintig

  1. "428", het getal tussen vierhonderdzevenentwintig en vierhonderdnegenentwintig, vierhonderd plus achtentwintig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vierhonderdachtentwintig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderdachtentwintig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • vierhonderdachtentwintigste

hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderdachtentwintig" ht als linkerdeel

  • vierhonderdachtentwintigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vierhonderdachtentwintig vierhonderdachtentwintigs
verkleinwoord vierhonderdachtentwintigje vierhonderdachtentwintigjes

Zelfstandig naamwoord

vierhonderdachtentwintig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 428 is aangeduid
    • Als jij vierhonderdachtentwintig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

vierhonderdachtentwintig mv

  1. groep van 428 eenheden
    • Die vierhonderdachtentwintig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'vierhonderdachtentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.