ontelbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·tel·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ontelbaarontelbaarderontelbaarst
verbogen ontelbareontelbaardereontelbaarste
partitief ontelbaarsontelbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

ontelbaar

  1. heel veel, zoveel dat het niet meer te tellen is
    • De sportheld kreeg ontelbare eerbewijzen. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • ontelbaarheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ontelbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.