vangen
Nederlands
Woordafbreking
- van·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vangen /'vɑŋ.ə(n)/ |
ving /vɪŋ/ |
gevangen /ɣə.'vɑŋ.ə(n)/ |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
vangen
- Zij besloten een paar olifanten te vangen om deze over te brengen naar een ander reservaat.
- overgankelijk in de lucht onderscheppen (bijv. van een bal)
- In honkbal is het kunnen vangen van de bal een belangrijke vaardigheid.
- (informeel) verdienen van geld
- Wat vangt het?
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
|
|
Vertalingen
1. te pakken krijgen
2. onderscheppen
Gangbaarheid
- Het woord vangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vangen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.