nemen
Nederlands
Woordafbreking
- ne·men
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘grijpen, gebruiken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
|
|
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nemen /'nemə(n)/ |
nam /nɑm/ |
genomen /ɣə'nomə(n)/ |
klasse 4 | volledig |
Werkwoord
nemen [2]
- (palindroom) overgankelijk iets vastpakken met de handen
- Maar hij wantrouwde hem in de allereerste plaats. Omdat Pradelle van aanvallen hield. Stormenderhand nemen, bestormen, veroveren, hij deed niets liever. [3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- in het ootje nemen
- op de hak nemen
- op de korrel nemen
- op de schop nemen
- poolshoogte nemen
- intrek nemen in
gaan wonen in
- Als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand
als je iemand een beetje helpt, wil diegene altijd je hulp
- Een loopje met iemand nemen
zich weinig van iemand aantrekken (die de leiding heeft)
- Een slaapmutsje nemen
een borreltje nemen voor het slapen gaan
- Geen blad voor de mond nemen
precies zeggen hoe er over iets gedacht wordt
- Het heft in eigen hand(en) nemen
de leiding nemen
- Iemand in de arm nemen
iemand de hulp vragen om te ondersteunen
- Iemand in de boot nemen
met iemand een grap uithalen
- Iemand in de maling nemen
iemand voor de gek houden
- Iemand in het ooitje nemen
met iemand een grap uithalen of voor de gek houden
- Iemand onder handen nemen
iemand flink aanpakken
- Iemand onder zijn vleugels nemen
iemand beschermen of verzorgen
- Iemand op de hak nemen
iemand er van tussen nemen of over iemand praten in uiting van spot
- Iemand op sleeptouw nemen
omdat iemand het alleen niet lukt diegene helpen ofwel: iemand steeds maar dingen beloven zonder die na te komen ofwel: iemand gebruiken voor eigen belang zonder dat die het doorheeft
- Iemand te grazen nemen
iemand een gemene streek leveren, op gemene manier er tussen nemen
- Iets met een korreltje zout nemen
iets beschouwen als overdreven
- Iets of iemand op de korrel nemen
Kritiek op iets of iemand hebben
- Iets onder de loep nemen
iets nauwkeurig onderzoeken
- Op de koop toe nemen
Een onbedoeld gevolg accepteren
- Poolshoogte nemen
(Eerst) kijken hoe de situatie is
- Te veel hooi op de vork nemen
meer willen doen dan je aankan, te veel werk op zich nemen, de hoeveelheid werk niet aankunnen
- Zijn draai nemen
van mening veranderen
Spreekwoorden
- gedane zaken nemen geen keerwat gebeurd is, kan je niet meer ongedaan maken
Vertalingen
1. iets vastpakken met de handen
het heft in handen nemen
|
Gangbaarheid
- Het woord nemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nemen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "nemen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Lemaitre, Pierre Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 13
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.