halen
Nederlands
Woordafbreking
- ha·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘(bij zich) brengen, bemachtigen’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
|
|
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
halen |
haalde |
gehaald |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
halen
- overgankelijk ergens heengaan met als doel om iets of iemand mee terug te brengen
- Hij is even vrienden van het station aan het halen.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord halen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'halen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Deens
Woordafbreking
- ha·len
Nedersaksisch
Noors
Woordafbreking
- ha·len
Naar frequentie | 4392 |
---|
Nynorsk
Woordafbreking
- ha·len
Spaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.