vos

Een vos.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vos    (hulp, bestand)
  • IPA: /vɔs/
Woordafbreking
  • vos
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘hondachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vos vossen
verkleinwoord vosje vosjes

Zelfstandig naamwoord

vos m

  1. (dierkunde) Vulpes vulpes, een roofdier met bruinrode kleur en dikbehaarde staart.
    • In dit gebied zijn vossen losgelaten. 
  1. (scheikunde) (afkorting) afkorting voor 'Vluchtige organische stof' -> dichloorvos
  2. (afkorting) afkorting voor 'Vrouwen oriënteren zich op de samenleving' -> voscursus
  3. het bont van de vos.
  4. een bruinrood paard.
  5. een bruinrode vlinder.
  6. afdektop van een (rieten) puntdak (Nedersaksisch? verbastering van "vorst"?); bijv.: de boerderij heeft een rieten dak met een rode (of blauwe) vos.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
vossen

vos

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vossen
    • Ik vos. 
  2. gebiedende wijs van vossen
    • Vos! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vossen
    • Vos je? 

Gangbaarheid

  • Het woord vos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 

Zelfstandig naamwoord

vos

  1. (dierkunde) vos.


Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /vo/
Woordafbreking
  • vos
nominatief genitief datief accusatief benadrukt
vous votre / vos vous vous vous
Bezittelijke voornaamwoorden in het Frans
bezitter: wat bezeten wordt:
enk mv
m v
enk 1e pers. monmames
2e pers. tontates
3e pers. sonsases
mv1e pers. notrenos
2e pers. votre*vos*
3e pers. leurleurs
* als beleefdheidsvorm zowel meervoud als enkelvoud

Bezittelijk voornaamwoord

vos mv (m en v)

  1. jullie, uw (bij bezitter in 2e persoon meervoud, voor woorden in het meervoud, zowel mannelijk als vrouwelijk)
  1. «Parents, protégez vos enfants du danger!»
    Ouders, beschermt jullie kinderen voor het gevaar!
  2. uw, je (bij bezitter in 2e persoon enkelvoud, beleefdheidsvorm, voor woorden in het meervoud, zowel mannelijk als vrouwelijk)
  1. «Madame, vos beaux yeux, me font mourir d'amour.»
    Mevrouw, uw mooie ogen laten mij sterven van liefde.
Opmerkingen
  • Bij woorden die in het enkelvoud staan wordt votre gebruikt.
  • Voor de 2e persoon meervoud kent het Frans geen afzonderlijke beleefdheidsvorm en bepaalt het verband van de tekst of vos met uw of jullie moet worden vertaald. In Frankrijk wordt de beleefdheidsvorm iets algemener gebruikt dan in het Nederlands, daardoor kan vos voor de 2e persoon enkelvoud soms ook beter met je worden vertaald en andersom.


Latijn

Uitspraak
  • IPA: /woːs/
enkelvoud meervoud
nominatief vōs
accusatief
genitief tuivestri
datief tibivōbis
ablatief

Persoonlijk voornaamwoord

vōs

  1. jullie (nominatief van de tweede persoon meervoud)
  2. jullie (accusatief van de tweede persoon meervoud)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.