ge-

Nederlands

Huidig
bestand
454
Woordafbreking
  • ge·
Woordherkomst en -opbouw

Voorvoegsel

(niet scheidbaar)
ge-

  1. ge- + werkwoord geeft voltooid deelwoord aan:
    • lopen → wij hebben gelopen .
  2. ge- + werkwoord geeft een dwingende betekenis:
  3. ge + stam van werkwoord maakt de actie van het werkwoord tot een onzijdig zelfstandig naamwoord,
(vaak van een voortdurende handeling):
  1. ge- + naamwoord + -te geeft een verzameling (collectief) aan. Zie omvoegsel ge- -te:
Hyponiemen

Verwijzingen


Middelhoogduits

Huidig
bestand
3

Voorvoegsel

ge-

  1. be-, ge-
  1. «ge + loben → geloben»
    beloven
Afgeleide begrippen
  • geniezen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.