gedweep

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·dweep
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van naamwoord van handeling dwepen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gedweep
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gedweep o [1]

  1. het aanhoudend iets of iemand op een overdreven manier bewonderen of zelfs aanbidden
    • Het pan-Arabische nationalisme had zijn intrede gedaan, en zeker in Irak betekent dat gedweep met de nazi-ideologie.[2] 
    • Hij (een mannelijke sepia) tast teder met zijn tien armen naar het kleinere vrouwtje. Zij laat het hoofd niet zomaar op hol brengen door het gedweep en het diepzwartgestreepte paaikleed.[3] 

Gangbaarheid

  • Het woord gedweep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.