gedweep
Nederlands
Woordafbreking
- ge·dweep
Zelfstandig naamwoord
gedweep o [1]
- het aanhoudend iets of iemand op een overdreven manier bewonderen of zelfs aanbidden
- Het pan-Arabische nationalisme had zijn intrede gedaan, en zeker in Irak betekent dat gedweep met de nazi-ideologie.[2]
- Hij (een mannelijke sepia) tast teder met zijn tien armen naar het kleinere vrouwtje. Zij laat het hoofd niet zomaar op hol brengen door het gedweep en het diepzwartgestreepte paaikleed.[3]
Gangbaarheid
- Het woord gedweep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gedweep' herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Reformatorisch Dagblad Martin Jansen 01-06-2011 Joods leven in Irak: van één en al genot naar verschrikking
- Tubantia Roel Lutkenhaus 15-05-09 Roerloos meegenieten van de verleidingsscène
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.