gehakkel
Nederlands
Woordafbreking
- ge·hak·kel
Zelfstandig naamwoord
gehakkel o [1]
- het niet vloeiend spreken
- Tweede kans, tweede keer gehakkel. Opnieuw verliep de eedaflegging van de Amerikaanse president Barack Obama niet vlekkeloos. Bij het woordje 'States' aarzelde Obama. [2]
- De echte Barbie heeft vandaag gereageerd op het filmpje. Letterlijk stelt ze: "Haha geweldig! Oh ja, dat gehakkel dat ik niet uit me woorden ken kome helemaal geweldig zoals Chantal dat doet en Carlo ook top gedaan we legge plat hier hahaha." [3]
- Jaaaaa, er gaan weer boeren op zoek naar die ene ware. En wij mogen als kijker op de eerste rang zitten bij het geschutter, gehakkel, gebloos en hopelijk ook die eerste zoen. [4]
Gangbaarheid
- Het woord gehakkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gehakkel' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 21 januari 2013 En weer hakkelt Obama bij zijn eedaflegging
- Tubantia M. den Blanken 10 januari 2017 Chantal Janzen lijkt opeens sprekend op Barbie
- Tubantia A. de Jong 31 augustus 2018 Angela de Jong tipt: de tien om te zien
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.