gegalm

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·galm
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van naamwoord van handeling galmen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gegalm
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gegalm o [1]

  1. aanhoudend een luid galmend geluid maken
    • Het nachtelijk gegalm klinkt voor vele Capellenaren juist vertrouwd. Zij denken er anders over dan de klagende burger van de luidende klok had moeten weten.”[2] 
    • Als brandweermensen na een brand uitgeblust in de kantine van de kazerne aan Spaansland zaten, was daar voortdurend het gegalm van hun stemmen en andere geluiden.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gegalm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.