gekef

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·kef
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling keffen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gekef
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gekef o [1]

  1. het aanhoudend blaffen van een hond
    • Jan Hinsenveld (81) schrok vrijdagmorgen om 05.15 uur wakker door het gekef van zijn twee Jack Russels. [2] 
    • Van de recordpoging is een filmpje gemaakt dat op YouTube is gezet. Daarop is, tussen geblaf en gekef door, te zien dat de best lenige baasjes uit Hongkong hun stinkende best doen om eens lekker te kroelen met de puppies. [3] 
  1. (figuurlijk) geruzie van mensen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gekef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.