gedraaf
Nederlands
Woordafbreking
- ge·draaf
Zelfstandig naamwoord
gedraaf o [1]
- het aanhoudend in draf gaan van een paard, hard rennen van mensen
- Na wat gemekker en heen en weer gedraaf, zijn de schapen op eigen houtje weer teruggekeerd. Het gebeurt volgens de boer wel vaker dat schapen ervandoor gaan. Ze wurmen zichzelf meestel wel weer door het gaas om bij de kudde aan te sluiten.[2]
- Volgens seizoen móet Klopp gaan presteren met de Reds. Tot die tijd krijgt hij vermoedelijk het voordeel van de twijfel. En mag iedereen genieten van zijn weergaloze gedraaf langs de lijn.[3]
- (figuurlijk) het aanhoudend haasten, jagen, druk bezig zijn van mensen
- Dus stop ik vandaag met het gejakker en gedraaf. Ik. Doe. Niks. (Uit te speken op de stellige toon van een zevenjarige die je gevraagd hebt om de tafel af te ruimen).[4]
Gangbaarheid
- Het woord gedraaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gedraaf' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 20-12-15, Schapen kiezen hazenpad in Enschede, boer erachteraan
- Tubantia Jesse van de Woestijne 25-01-16 Niemand rent zo mooi langs de lijn als Jürgen Klopp
- NRC Arjen Fortuin 29 maart 2014 Nietsdoen is hard werken
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.