gedraaf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·draaf
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van naamwoord van handeling draven met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gedraaf gedraven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gedraaf o [1]

  1. het aanhoudend in draf gaan van een paard, hard rennen van mensen
    • Na wat gemekker en heen en weer gedraaf, zijn de schapen op eigen houtje weer teruggekeerd. Het gebeurt volgens de boer wel vaker dat schapen ervandoor gaan. Ze wurmen zichzelf meestel wel weer door het gaas om bij de kudde aan te sluiten.[2] 
    • Volgens seizoen móet Klopp gaan presteren met de Reds. Tot die tijd krijgt hij vermoedelijk het voordeel van de twijfel. En mag iedereen genieten van zijn weergaloze gedraaf langs de lijn.[3] 
  1. (figuurlijk) het aanhoudend haasten, jagen, druk bezig zijn van mensen
    • Dus stop ik vandaag met het gejakker en gedraaf. Ik. Doe. Niks. (Uit te speken op de stellige toon van een zevenjarige die je gevraagd hebt om de tafel af te ruimen).[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gedraaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.