geween

Nederlands

Uitspraak

Geluid: geween (hulp, bestand)

Woordafbreking

ge·ween

Woordherkomst en -opbouw

naamwoord van handeling wenen met het voorvoegsel ge- [1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	geween
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

geween o [2]

aanhoudend zachtjes huilen

- Ineens een kleine schreeuw, dan zacht gehuil./Maar ik kon het geween niet goed traceren./Er stond slechts een container met wat vuil./Daar kwam 't geluid uit, zou ik zeker zweren. [3]

- Het schrijnend dissonante geween van de soloviool boven bassen als droeve mannenkoren in het openingsdeel, Nocturno, laat weinig te raden over de gevoelstoestand van de componist. Voor iedere violist is dit stuk een tour de force, al was het alleen maar vanwege de hysterische solocadens in die verpletterende Passacaglia, het derde deel. [4]

Synoniemen

gehuil, gejammer, geschrei, misbaar, geweeklaag

Antoniemen

gelach, gejuich

Vertalingen

1.

Engels: crying ^(en), lamenting ^(en), moaning ^(en), wailing ^(en),

Gangbaarheid

Het woord geween staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geween' herkend door:

82 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

geween op website: Etymologiebank.nl
Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Het Parool THEODOR HOLMAN 29 OKTOBER 2014 'Ik greep het levend vuil en voelde het vrezen'
Het Parool ERIK VOERMANS 3 APRIL 2015 Wat violist Kavakos laat horen, grenst aan het onwaarschijnlijke

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.