gesnater
Nederlands
Woordafbreking
- ge·sna·ter
Zelfstandig naamwoord
gesnater o [1]
- aanhoudend maken van geluid dat lijkt op dat van ganzen, eenden en nadere vogels
- Gonda Schaap wordt met wild gesnater begroet als ze het flamingo-verblijf in Ouwehands Dierenpark nadert. De 25-jarige dierenverzorgster uit Zetten is verantwoordelijk voor alle vogels in de Gelderse dierentuin. „Flamingo’s zijn erg territoriaal”, legt ze uit. „Het liefst worden ze met rust gelaten.” [2]
- aanhoudend vrolijk en luid kindergeroep
- "Vroeger vond ik kinderen eigenlijk heel vervelend", vertelt Jan in Weekeinde. "Dat 'geschetter' zei mijn vader altijd over kinderen, dat gesnater en lawaai." [3]
- Ik wil zo graag naar zee / gesnater en geklater / van kinderen op het strand / zon en zout op huid / het vele licht, de hoge lucht / lopen langs de vloedlijn / blote voeten in het water / of in het rulle zand. [4]
- zinloos gepraat
Vertalingen
1. geluid van ganzen en andere vogels
Gangbaarheid
- Het woord gesnater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gesnater' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Telegraaf NIELS KALKMAN 07 apr. 2015 Wat brengt de flamingo hier?
- De Telegraaf 09 nov. 2013 Jan Rot: familieman, maar geen kindervriend
- Tubantia 02-08-17 Stadsgedicht Enschede | Thuisblijver
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.