berg
Nederlands
Woordafbreking
- berg
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘grote heuvel, hoop’ voor het eerst aangetroffen in 865 [1]
- van het Germaans: *berga "berg, heuvel" en het Middelnederlands berch; zie ook Gotisch bairgahei "bergachtige streek", Fries berch "berg, bergplaats", Oudnoords bjarg/berg en Oudhoogduits berg "berg"; cognaat met Limburgs berg, Nynorsk berg, Noors berg en Zweeds berg, Duits Berg en Engels barrow[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | berg | bergen |
verkleinwoord | (bergje) | (bergjes) |
Zelfstandig naamwoord
berg m
- (geologie) een substantiële verhoging in het landschap
- In het platte Nederland noemen we iets al snel een berg.
- (figuurlijk), (informeel) een grote hoeveelheid
- Een berg geld.
Synoniemen
- [2]: hoop
Antoniemen
- [1] dal
Uitdrukkingen en gezegden
- iemand gouden bergen beloven
- iemand veel moois beloven maar de beloften niet nakomen
- als een berg ergens tegenop zien
- verwachten dat iets heel moeilijk of vervelend zal zijn
Meroniemen
- [1]: berghelling, bergkam, bergrug, bergspits, bergtop, bergwand
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een substantiële verhoging in het landschap
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bergen |
berg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bergen
- Ik berg.
- gebiedende wijs van bergen
- Berg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bergen
- Berg je?
Gangbaarheid
- Het woord berg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'berg' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "berg" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Philippa M. e.a. Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (2003-2009) AUP, Amsterdam ISBN 9053566538
Limburgs
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA:
- (enkelvoud): /ˈbǽrx/ (Etsbergs)
- (meervoud): /ˈbæ̀rx/ (Etsbergs)
Woordherkomst en -opbouw
- zie onder Nederlands berg
Zelfstandig naamwoord
berg m
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | |
nominatief | berg | perg | bergske | pergske | berg | perg | bergskes | pergskes |
genitief | bergs | pergs | bergskes | pergskes | berg | perg | bergskes | pergskes |
locatief | berges | perges | bergeske | pergeske | bergese | pergese | bergeskes | pergeskes |
datief | berge | perge | bergske | pergske | berg | perg | bergskes | pergskes |
accusatief | berg | perg | bergske | pergske | berg | perg | bergskes | pergskes |
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / bæɾg /
Woordafbreking
- berg
Woordherkomst en -opbouw
- van Oudnoords bjarg en berg; zie verder onder Nederlands berg
Naar frequentie | 7696 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | berg | berget | berg | berga bergene |
genitief | bergs | bergets | bergs | berga bergene |
Zelfstandig naamwoord
berg, o
- «På to meters dyp støtte de på berg.»
- Op twee meter diepte stootte zij op de bergondergrond.
- «På to meters dyp støtte de på berg.»
- (figuurlijk) berg (hoeveelheid)
Afgeleide begrippen
|
|
|
Verwante begrippen
|
|
|
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: her på berget
hier in de bergen (als geboortestreek)
- [1]: over alle berg
uit de paardenpoten gekomen zijn
- [1]: over berg og dal
over berg en dal
- [2]: bygge på berg
op de bergondergrond bouwen
- [3]: et berg av frukt
een berg vruchten
- [3]: et berg av grønnsaker
een berg groenten
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / bæɾg /
Woordafbreking
- berg
Woordherkomst en -opbouw
- van Oudnoords bjarg en berg; zie verder onder Nederlands berg
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | berg | berget | berg | berga |
Zelfstandig naamwoord
berg o
- (geologie) berg (verhoging)
- (geologie) bergondergrond
- (figuurlijk) berg (hoeveelheid)
Afgeleide begrippen
|
|
|
Verwante begrippen
|
|
|
Spreekwoorden
- [1]: Tru kan flytte berg.
Geloof kan bergen verplaatsen.
Uitdrukkingen en gezegden
- [3]: eit berg av mjølsekker
een berg meelzakken
- [3]: eit berg av sild i sjøen
een berg van haringen in het meer
Oudhoogduits
Woordherkomst en -opbouw
- zn [A]: afkomstig van de Germaanse zelfstandige naamwoorden *berga- en *bergaz, die van het Indo-Germaanse zelfstandige naamwoord *bʰerg̑ʰos komt
- zn [B]: Afkomstig van de Germaanse zelfstandige naamwoorden *berga- en *bergam, die van het Indo-Germaanse zelfstandige naamwoord *bʰerg̑ʰ- komt
Zelfstandig naamwoord
[A] berg, m
Verbuiging
- [1-2]: m (a), sterk
- [3]: m (a), sterk
Afgeleide begrippen
|
|
|
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: obanahtígér berg
bergspits, bergtop
Overerving en ontlening
- Middelhoogduits: bërc
- Duits: Berg
Verbuiging
- o (a), sterk
Afgeleide begrippen
- giberg
- gibergan
Oudnoords
Woordherkomst en -opbouw
- van Germaans: *berga; zie verder onder Nederlands berg
Synoniemen
- bjarg
Zweeds
Woordafbreking
- berg
Woordherkomst en -opbouw
- zie onder Nederlands berg
Naar frequentie | 2989 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | berg | berget | berg | bergen |
genitief | bergs | bergets | bergs | bergens |
Synoniemen
- fjäll
Afgeleide begrippen
|
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.