geschrijf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·schrijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geschrijf
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

geschrijf o [1]

  1. het voortdurend schrijven, vaak in een wat minachtende betekenis gebruikt
    • Van Vollenhoven, momenteel geveld door een dubbele longontsteking, schreef het boek op verzoek van Uitgeverij Balans. Hij twijfelde aanvankelijk, maar is gezwicht door de zinsnede uit het verzoek „Televisie verwaait, een boek blijft.” Van zijn vrouw prinses Margriet had het geschrijf niet gehoeven. Tegen haar man zei ze: „Geniet toch van het leven en schrijf die uitgever: heel veel dank voor uw spontaan verzoek, maar helaas kan ik daaraan geen gevolg geven.” [2] 
    • Ik stuur hem een kaartje, hij stuurt een kaartje terug (dit was nog ver voor de internet-email-sms-whatsapp-tijd) en na wat heen en weer geschrijf spreken we af. [3] 
Hyponiemen
  • twistgeschrijf

Gangbaarheid

  • Het woord geschrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.