voorvoegsel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·voeg·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van voorvoegen met het achtervoegsel -sel. Dit is een leenvertaling van de Latijnse term praefix (in het Nederlands ontleend als prefix).
enkelvoud meervoud
naamwoord voorvoegsel voorvoegsels
verkleinwoord voorvoegseltje voorvoegseltjes

Zelfstandig naamwoord

voorvoegsel o

  1. (taalkunde) een gebonden morfeem dat voor een ander woord geplaatst wordt om iets aan de betekenis toe te voegen
    • Tot die laatste categorie behoorde luitenant D'Aulnay-Pradelle. Iedereen die het over hem had, liet de voornaam, het adellijk voorvoegsel, het Aulnay' en het verbindingsstreepje achterwege en zei gewoon `Pradelle, omdat bekend was dat hij daar pisnijdig om werd. [1] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Woorddelen in het Nederlands (nld)

toevoegselvoorvoegselachtervoegselinvoegselomvoegsel
affixprefixsuffixinterfixcircumfix

Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorvoegsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 12
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.