gedram
Nederlands
Woordafbreking
- ge·dram
Zelfstandig naamwoord
gedram o
- aanhoudend, dwingend zeuren, zaniken, zeiken, aanhouden je zin proberen te krijgen op een vervelende manier
- De PVV stelde al Kamervragen over de zaak. De tweede partij van het land spreekt over „D66-gedram”. De partij wil onder meer weten wat er gebeurt met NS-personeel dat weigert mee te werken.[1]
- Op een geblindeerde zetel werd Bent vrijdagavond even na tienen als een soort Tante Rikie, het boegbeeld van de Zwarte Cross, Holly’s binnengedragen. Omdat ze onherkenbaar bleef, konden er door de aanwezigen vragen worden gesteld over de identiteit van de nieuwe Bacchushoogheid. Vervolgens maakte de eerste prinses van de Eibergse carnavalsclub zich bekend. Samen met adjudante Reith zal Bent de leus ‘Geen gedram, we’j goat høkend verdan’ hanteren.[2]
Gangbaarheid
- Het woord gedram staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gedram' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Reformatorisch Dagblad 28-07-2017 Ook Arriva overweegt genderneutraal omroepen
- Tubantia 06-11-16 Prinses Dorien leidt carnaval bij Bacchus in Eibergen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.