goed
Nederlands
Woordafbreking
- goed
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘niet slecht’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
|
|
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | goed | beter | best |
verbogen | goede goeie | betere | beste |
partitief | goeds | beters | - |
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
- net zo goed, zo goed als
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
1. kwaliteit bezittend
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | goed | goederen |
verkleinwoord | goedje | goedjes |
Zelfstandig naamwoord
- iets concreets of abstracts dat men in bezit kan hebben
- Gezondheid is een groot goed.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. iets concreets of abstracts dat men in bezit kan hebben
Bijwoord
goed
- op goede wijze
- Goed gedaan!
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- goedvinden: hij vond het goed.
- in hoge mate
- Het is goed mis in Nederland.
Synoniemen
- [1] correct, bewonderenswaardig, uitstekend, uitmuntend
- [3] behoorlijk, erg, nogal
Antoniemen
- [1] slecht, onvoldoende, matig
Uitdrukkingen en gezegden
- Net zo goed.
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. op goede wijze
Gangbaarheid
- Het woord goed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'goed' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "goed" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.