erg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  erg    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛrəx/
Woordafbreking
  • erg
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ergergerergst
verbogen ergeergereergste
partitief ergsergers-
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

erg

  1. verschrikkelijk, deerniswekkend, hevig, bar, heftig
    • Katrina was de ergste ramp die New Orleans tot dusver overkomen is. 
    • Wat is het toch erg dat ze kanker heeft. 
Vertalingen

Bijwoord

erg

  1. in hoge mate, zeer, danig, heel
    • Dit is een erg moeilijke zaak. 
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord erg
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

erg o

  1. het bewust zijn van iets
    • Ik heb daar geen erg in gehad. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord erg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.