breigoed
Nederlands
Woordafbreking
- brei·goed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van breien ww en goed zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | breigoed | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
breigoed o
- iets wat gemaakt is door breien
- Goed gebreid breigoed heeft zijn (geiten)wollige status al lang afgezworen en komt nu ook in stijlvolle ontwerpen en kleuren die perfect bij het huidige modebeeld aansluiten. Het verwarmingselement is gelukkig wel gewoon gebleven. [1]
- Conny Groenewegen is gefascineerd door breigoed. Ingenieus breigoed. Perfect gebreide ronde gaten in een jurk van tricotstof die alle kanten oprekt. [2]
- In 1972, op haar 24ste, werd ze in Parijs aangenomen door Yves Saint Laurent. Als stille kracht stelde ze kledingcombinaties voor en ontwierp breigoed en sieraden. [3]
Synoniemen
- breiwerk, breisel
Afgeleide begrippen
- breigoedfabrikant
Gangbaarheid
- Het woord 'breigoed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'breigoed' herkend door:
| 82 % | van de Nederlanders; |
| 92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- De Standaard KONINGINNENBREI 1 DECEMBER 2018
- NRC Georgette Koning 4 november 2010 Mode is kwetsbaar in Nederland
- NRC Georgette Koning 7 november 2011 YSL's muze Loulou de la Falaise (63) overleden
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.