beter
Nederlands
Woordafbreking
- be·ter
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
beter
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van goed
- Het weer is vandaag zo slecht dat het morgen vast beter zal zijn.
- gezond na ziekte
- Ik denk dat ik morgen beter ben, maar vandaag ben ik nog ziek.
Afgeleide begrippen
- beter betaald, beter gehumeurd, beterhand, beterkoop, beterschap, betweter
Uitdrukkingen en gezegden
|
Gangbaarheid
- Het woord beter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beter' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.