zaaigoed

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zaai·goed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaaigoed -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zaaigoed o

  1. het zaad dat nog gezaaid dient te worden
    • Het zaaigoed ligt klaar om morgen uit te zaaien. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zaaigoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.