goedig
Nederlands
Woordafbreking
- goe·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | goedig | goediger | goedigst |
verbogen | goedige | goedigere | goedigste |
partitief | goedigs | goedigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
goedig [2]
- (te) vriendelijk
- Een meerderheid in de Kamer toonde zich niet ontevreden over het nieuwe asielbeleid van Teeven. ChristenUnie, SP en GroenLinks zijn niet erg enthousiast, die hadden het graag nog allemaal wat ruimhartiger gezien. De PVV daarentegen vindt de staatssecretaris juist weer te goedig. [3]
- Wanneer ze zichzelf uitnodigt als logé bij haar goedige ex-assistent Claire (Kristen Bell), blijkt ze haar ondernemersgeest nog niet te hebben verloren. Claire heeft een gouden familierecept voor brownies en een dochter bij een padvindersclub met een wereldwijd netwerk aan jonge verkoopsters. Kassa! [4]
Gangbaarheid
- Het woord goedig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'goedig' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- goedig op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 03-10-13 Teeven gaat praten over kinderen in de cel
- De Telegraaf FABIAN MELCHERS 21 apr. 2016 Filmrecensie: The boss
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.