bruikbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bruik·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bruiken met het achtervoegsel -baar
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bruikbaarbruikbaarderbruikbaarst
verbogen bruikbarebruikbaarderebruikbaarste
partitief bruikbaarsbruikbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

bruikbaar

  1. nuttig, eenvoudig in het gebruik
    • Er is ook een European Accessibility Act in de maak die pc’s en telefoons beter bruikbaar moeten maken voor de 80 miljoen Europeanen met beperkt zicht. „In de VS zijn ze verder, in Europa staat accessibility nog niet erg op het netvlies”, zegt de vriend van de Oogvereniging, met een knipoog.[1] 
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bruikbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Marc Hijink NRC 12 april 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.