erfgoed

Nederlands

[3] tegen aan de muur van een cultureel erfgoed
Uitspraak
Woordafbreking
  • erf·goed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord erfgoed erfgoederen
verkleinwoord erfgoedje erfgoedjes

Zelfstandig naamwoord

erfgoed [1] o

  1. bezit dat bij erfenis overgaat
  2. goed dat in het vooruitzicht is gesteld
  3. dat wat van vroegere generaties is overgebleven in de moderne tijd zoals bijvoorbeeld cultuur, ideeën en goederen
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord erfgoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.