scheikunde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schei·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘chemie’ voor het eerst aangetroffen in 1772 [1]
  • samenstelling van  schei ww  en  kunde  
enkelvoud meervoud
naamwoord scheikunde -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

scheikunde v

  1. (wetenschap) de wetenschap die zich bezig houdt met de studie van de samenstelling en de bouw van de stoffen, de chemische veranderingen die plaats vinden onder bepaalde omstandigheden en de wetmatigheden die daaruit voort vloeien
Synoniemen
Hyponiemen
  • landbouwscheikunde
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord scheikunde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

scheikunde

  1. (wetenschap) scheikunde
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.