calcium

Nederlands

Periodiek systeem der elementen (nld)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Uitspraak
Woordafbreking
  • cal·ci·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘chemisch element’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • van het Latijnse calx (kalksteen)
enkelvoud meervoud
naamwoord calcium -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

calcium o

  1. (scheikunde), (element) scheikundig element met symbool Ca en atoomnummer 20. Het is een zilverwit aardalkalimetaal
Hyponiemen
  • carbasalaatcalcium
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • acamprosaat, kalk, kalkammonsalpeter, kalkzwavel, ketelsteen, krijt, natriumcyclamaat, schuimaarde, superfosfaat, thomasslakkenmeel, verkalken
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord calcium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Periodiek systeem der elementen (eng)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Uitspraak
enkelvoud meervoud
calcium calciums

Zelfstandig naamwoord

calcium

  1. (element) calcium
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.