vol
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vol
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gevuld’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vol | voller | volst |
verbogen | volle | vollere | volste |
partitief | vols | vollers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vol
- geheel gevuld
- Zij zocht een zitplaats in de volle trein.
- helemaal, compleet
- Zij had zijn volle aandacht.
- Maar hij had dan ook het volste vertrouwen in de goede afloop. [2]
Antoniemen
- [1] leeg
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
de volle zee
- de open zee, ver verwijderd van de kust
volle maan
- de schijngestalte van de maan waarbij de maan, vanaf de zon gezien, zich aan de andere zijde van de aarde bevindt
- Als de maan vol is, schijnt zij overal
- De maat vol zijn
ergens genoeg van hebben
- Ergens de buik van vol hebben
ergens genoeg van hebben
- Ergens de mond vol van hebben
praten over de zaken die iemand bezighouden
- Iemand (niet) voor vol aanzien
gepraat van iemand niet serieus nemen
- Iemand voor vol aanzien
echt naar iemand luisteren wanneer iemand meepraat
- Iemand het volle pond geven
uitvoerig en duidelijk antwoorden
- In vol ornaat
- Met de mond vol tanden staan
niet weten wat je moet zeggen/ergens versteld van staan
- Mudvol of zo vol als mud
- Waar het hart vol van is, loopt/vloeit de mond van over
over dingen die iemand bezig houdt praat men erg graag ofwel: wat je belangrijk vindt of waar je veel aan denkt, daar praat je ook veel over
- Zeven is een galg vol
Vertalingen
1. geheel gevuld
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vollen |
vol
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vollen
- Ik vol.
- gebiedende wijs van vollen
- Vol!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vollen
- Vol je?
Gangbaarheid
- Het woord vol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vol' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "vol" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 100
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.