eervol
Nederlands
Woordafbreking
- eerĀ·vol
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eer en vol
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | eervol | eervoller | eervolst |
verbogen | eervolle | eervollere | eervolste |
partitief | eervols | eervollers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
eervol [1]
- eer brengend, verschaffend
- Hij behaalde op de Olympische Spelen een eervolle eerste plaats bij het hoogspringen.
- zonder gezichtsverlies
- Het leger had dan wel de slag verloren maar kreeg van de vijand wel een eervolle aftocht aangeboden.
- eervolle vermelding: geen prijs verdienend maar toch een goede prestatie geleverd hebbend
- Hoewel hij geen medaille had gewonnen, kreeg hij wel een eervolle vermelding.
Synoniemen
- [1] loffelijk
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord eervol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eervol' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.